GREETS!!




GREETS!!

Greet is de zus vlak boven me. 
We verschillen twee jaar en ze is net als mijn vader geboren onder het sterrenbeeld vissen. 
Ook zij onderscheidt zich door haar dienend karakter, maar ze weet op fabelachtige wijze haar dienstbaarheid te combineren met leiding geven. 
Ze demonstreert dat in de meest uiteenlopende situaties. 
Het zal niemand verbazen, dat ze de ascendant in de leeuw heeft staan. 
Sinds ik tijdens mijn adolescentie door omstandigheden veel met haar optrek, verdiep ik mij wel eens in de astrologie als tegenwicht tegen de serieuzere studies, die ik moest volgen. 
De astrologie is spectaculair. 
Je kan er alles bevredigend mee bewijzen op het gebied van de karakterologie wat je maar zo uitkomt. 
Het is altijd kloppend te maken. 
Zowel Greet als ik hebben de behoefte alles in ons leven en de reacties erop kloppend te makken met de ratio. 
Bij ons moet het verstand de emoties verklaren en we houden er beiden van onze emoties haarscherp te ontleden en onderling bespreekbaar te maken.


Geeft zij een koele beschrijving, of verhandeling van wat haar is wedervaren, dan weet ik precies welke emoties bij haar een rol spelen. 
Als het om emoties gaat, begrijpen we elkaar perfect, op andere gebieden liggen onze interesses meer uit elkaar of delen we die helemaal niet. 
Greet gaat naar mijn gevoel na haar twintigste levensjaar wat gebukt onder de bewijslast dat ze qua schoolcarrière meer heeft kunnen bereiken. 
Misschien voelt ook zij zich het slachtoffer van de heersende gedachte dat het met de schoolcarrière van een meisje zo’n vaart niet hoeft te lopen. 
Zij heeft in klas 6 bij Loopstra gezeten. 
Leerlingen die bij Loopstra zitten in 6b kunnen met wat extra moeite de mulo halen, maar zijn in de meeste gevallen veroordeeld tot de ambachtschool en voor de meisjes is er dan nog de huishoudschool of het VGLO, waarmee ze uiteindelijk in de winkel of in de zorg terecht komen.

Greet volgt het VGLO aan de Noorderbuitensingel bij het Noorderplantsoen in Groningen. 
Tot mijn verbazing herinner ik me niet wat ze heeft gedaan voordat ze zich aanmeldt als leerling verpleegster en waar volgt ze die opleiding? 
Ik zou het niet meer weten. 
Wel herinner ik me dat ze als verpleegster werkt in Haarlem aan het Marinehospitaal samen met zus Klaske. 
Als ze terugkeert naar de stad Groningen begint ze als particulier verpleegster en worden onze contacten intensiever en vertelt ze alles over haar wederwaardigheden met rijke patiënten op leeftijd, die de kosten van een particulier verpleegster kunnen betalen en hun kinderen, die in het gevlei probeerden te blijven bij hen van wie zij hopen te erven. Samen met zus Lena die kraamverzorgster is in Groningen en later in Leiden gaat ze elk jaar met vakantie naar het buitenland, bij voorkeur naar Italië. 
Voor de verandering valt de keus een keer op Roemenië en daar ontmoet Greet de Roemeense jongeman Dan Constantinescu die op zijn beurt ook op vakantie is. 
Het wordt de bekende vakantieromance die zoals bekend slecht afloopt, maar in dit geval komt dat door het feit dat Dan het land niet uit mag en zeker niet als studerend ingenieur. 
De intelligentsia moet in die dagen van Ciaocescu binnen de grenzen blijven in het Oostblokland Roemenië.

Als student pedagogiek aan de universiteit beschik ik over onregelmatige vrije tijd die ik doorbreng met studeren voor tentamens. 
Dat doe ik vaak in de rust van haar kamer in de binnenstad en op die manier raken we vaak in gesprek over haar werk en de problemen rond de pogingen die Dan in het werk stelt om naar Nederland te komen. 
Dan blijkt tamelijk vasthoudend te zijn en blijft constant zoeken naar oplossingen. Ondertussen leiden wij ons leventje in Groningen. 
Ik studeer pedegaogiek en Greet werkt inmiddels  op de nierdialyse van het Academisch ziekenhuis in Groningen. 
Greet blijkt op die afdeling waar ze per toeval terecht is gekomen in noodgevallen in staat te zijn probleempjes technisch op te lossen. 
Daarnaast ontdekt ze allerlei praktische verbeteringen in de dagelijkse omgang met de apparatuur. 
Waar ze vooral heel sterk in is, is de opvang van patiënten die volledig gezond 2 x per week gespoeld moeten worden, maar die verder een volwaardig leven probeerden te leiden. 
Om hun het sociale leven wat draaglijker te maken gaat ze van alles organiseren, zoals activiteiten geschikt voor nierpatiënten, paardrijden, uitjes e.d. 
Haar bemoeienissen met de patiënten blijven niet beperkt tot het spoelen der lichamen, maar al gauw is zij de spin in het sociale net dat de patiënten gaan vormen met de verplegende staf en Greet voelde zich daar als een vis in het water. 
Ze dient, maar geeft ook leiding.

Een collegaatje van haar heet Ria Hilverink en als ik kennis met haar maak, val ik wel voor haar. 
Ze is aantrekkelijk en vooral haar ogen trekken mij aan. 
Ze kan goed met Greet opschieten. 
Ze blijkt een steenbok te zijn. 
We kunnen goed met elkaar praten en ik voel dat er iets klikt ook van haar kant. 
Ik ben zo eerlijk om het Greet te vertellen, maar ik krijg te horen, dat ze een vriend heeft die rechten studeert en vage vorderingen maakt, ja, zelfs wat problemen heeft met de studie. 
Zijn ouders zijn rijk en hebben boot in Friesland liggen bij Ter Horne. 
Als ik dat allemaal hoor, vind ik dat ik een kans heb die ik mag proberen te grijpen, zo lang Ria niet getrouwd is. 
Al gauw merk ik dat ze zwaar op slot zit. 
Hoewel we elkaar beter leren kennen, omdat ze wel met Greet uitgaat, op wiens kamer ik vaak zit te studeren, terwijl ik de plaat Cent Mille Chansons stuk draai van Frida Boacara en waar wij altijd wel een gesprek hebben, dat nooit echt openhartig wordt. 
Je kan ook zeggen, dat ze het thema ontloopt of het niveau niet aankan.


Eens gaan we met de dialysepatiënten roeien bij Vriezenveen bij het Paterswoldse meer. Ria en ik zitten samen in een boot. 
Dan leg ik wat opschepperig mijn kaarten op tafel, omdat ik het vermoeden hebt dat ze gaat voor de financieel veilige toekomst. 
Ik moet haar er dus van overtuigen dat ze dus bij mij aan het goede adres is. 
Ik beweer, dat ik in de toekomst hoogleraar zal worden en hoewel ik het best wil, ben ik er absoluut niet zeker van, maar zo zeker wil ik wel overkomen. 
Mijn kaarten moeten beter zijn dan die van haar vriend. 
Als bewijs, dat ik de studie serieus neem heb ik mijn collegedictaat mee om eventueel die middag nog te studeren. 
Als we teruggekeerd zijn bij de kamer van Greet, ontdek ik dat het dictaat heb laten liggen. 
Ik zit diep in de put er staan samenvattingen in van boeken gelezen voor het tentamen, dat ik binnen enkele dagen zal afleggen. 
Nu heb ik een fors probleem. 
Inmiddels is Ria’s vriend gekomen en verneemt wat er loos is.
Hij biedt onmiddellijk aan met zijn auto, een oude eend naar Paterswolde te rijden en waarachtig we vinden het dictaat terug en ik ben dolgelukkig. 
Om dat tot uitdrukking te brengen, maak ik geen werk meer van Ria. 
Ik geeft het uit handen. 
Ze kent mijn positie en de beslissing is aan haar. 
Volgens mij is ze met hem getrouwd, maar vast niet gelukkig.


Op een gegeven moment krijgt Greet een beetje aansluiting met een medisch student. Als ze elkaar zien, was ik er wel eens bij. 
Ik voel, dat ze niet echt bij elkaar horen. 
Greet is knap om te zien. 
Ik denk, dat hij beter met mij kon opschieten als vriend dan met Greet als kandidaat-geliefde. 
Zijn ouders liggen in scheiding en dat is kommer en kwel en ik herinner me, dat Greet en ik dan maar onze eigen ouders afkraken om hem het idee te geven dat overal wel wat is.


Ik heb toen op basis van observaties de theorie ontworpen, dat kleur haar past bij kleur haar. 
Partners moeten beide donkerharig of lichtkleurig zijn, wat bij mijn ouders niet het geval was. 
Wat wel degelijk bij ons speelt in die tijd is het verschil in opleiding tussen mijn ouders. Op de een of andere manier beschouwen wij als broers en zussen de kwaliteit van opleiding als beslissend voor de mate, waarin je leven gaat slagen of niet. 
Teake is medisch student en dus als zodanig welkom in de familie.


Hij doet mij denken aan Peter Keekstra mijn HBS- vriendje met wie ik altijd wandelde in de pauzes en die ik later als enige bekende naast Eef Brouwers  terug zag op de TV.


Samen met Greet ga ik naar Londen. 
Waarschijnlijk heb ik door in te vallen voor de klas wat geld omhanden of helpt Greet een handje. 
We gaan samen en ik vind het prachtig. 
We zijn allebei onder de indruk van het historisch karakter van de stad en zo’n eerste keer in het buitenland ervaar je zelfs een bierviltje als iets bijzonders. 
We bezoeken de voorloper van Mac Donald de Wimpey toen ook al met junkfood. 
We vinden het beroemde winkelstraatje in Londen Abbey road met het winkeltje van Mary Quant, dat door de Beatles en de jaren 60 überhaupt bekend is geworden en overal in de stad is de jeugd de baas, zoals wij dat overal voelen waar we komen. 
Dat zijn we in Nederland overigens ook al gewend. 
Zijn wij als studenten toen al niet de baas over de universiteit, dus over de kennis en dus over de wereld? 
Voor mij is Londen vooral ook de stad met Wembley, waar ik voor het eerst een volledig WK voetbal volg van wedstrijd tot wedstrijd, voor zover uitgezonden op TV in 1966. 
Het optreden van Eusebio, Bobby Charlton en de piepjonge Beckenbauer en Overath. Uwe Seeler doet  mee en Helmuth Haller en niet te vergeten Nobby Stiles, die zo uit een popgroep weggelopen lijkt zonder kunstgebit, Lothar Emmerich herinner ik me nog en Sigi Held.

Tot 1974 en zeker de afscheidswedstrijd van Johan Cruyff tegen Bayern Munchen ben ik eigenlijk best een fan van het Duitse voetbal met de coach Helmuth Schon die overkomt als incompetent, een soort anticoach, maar aan wie we nog het prachtige lied te danken hebben dat door de Duitse voetbalarena’s schalt, als het publiek uitermate tevreden is : 
“Oh, was bist du Schon”. 
Dit lied is voor mij het bewijs dat Duitsers wel humor hebben, maar Johan Heesters niet en Rudi Carell niet en Linda de Mol zeker niet. 
Zo bezoeken we Londen in de Beatletijd en kijken als kleine kinderen onze ogen uit.


Op een dag komt er bericht van Dan, dat hij groen licht heeft gekregen om naar Nederland te gaan. 
Er is contact geweest tussen Ciausescu en Prins Bernhard en via de briefschrijverij van Dan en de behoefte aan een gebaar van Roemeense kant krijgt Dan de toestemming af te reizen naar Nederland. 
Natuurlijk bedingt hij ook het recht terug te gaan naar zijn vaderland, wanneer hij dat wil. Ik ken Dan alleen van foto’s, waarop hij staat afgebeeld met dromerige ogen niet onsympathiek en zeker pienter van oogopslag. 
Nu ontmoet ik hem in werkelijkheid. 
Het valt me niets tegen. 
Hij blijkt direct in zijn gesprekken, draait nergens omheen en begint onmiddellijk op voortvarende wijze Nederlands te leren. 
Dat doet hij letterlijk overal waar hij is. 
Hij maakt een gedreven, bijna gepassioneerde indruk. 
Ik herinner me, dat ik hem en Greet naar Den Haag rijd om zijn ingenieurspapieren op waarde te laten schatten. 
Hij zit naast me steeds woordjes leren en vragend. 
Ik geniet ervan overal een antwoord op te hebben en met hem te discussiëren en vast te stellen, wat hem interesseert vooral op politiek gebied, zodat ook ik blij ben met de keuze van Greet. 

Al spoedig blijkt Dan een witte raaf te zijn. 
Hij behoort tot het type mens dat alles wat hij aanpakt ziet veranderen in succes. 
Hij maakt nergens een probleem van en gaat er altijd voor. 
Voor de Akzo werkt hij in Delfzijl, waar zijn zuster hem voor een vakantie bezoekt. 
Ze gaat niet weer weg, maar vraagt asiel aan, dat haar in Nederland wordt geweigerd 
(Zij heeft ook een ingenieursdiploma), maar ze kan wel naar Amerika.
Dan krijgt een benoeming als directeur van een filiaal in Colombia, waar ze leven in een ghetto van rijke Colombianen en buitenlanders en ze als de dood zijn dat hun kinderen ontvoerd zullen worden voor losgeld. 
Daarna komt  Brazilië en tenslotte de Verenigde Staten tot hij op zijn vijftigste besluit om met tennis te stoppen en te gaan golfen en ook nog eens zakelijk zijn eigen bedrijf op te starten als troubleshooter. 
Hij blijft geïnteresseerd in de dorpsroddel van het dorp waarin ik woon, alle soorten van sport waarin Nederland en Roemenië een rol spelen en je vraagt je wel eens af of hij echt met Bobby Fischer  in de Verenigde Staten schaakt, nadat hij in Nederland gewend was aan de potjes met Jan de Haan. 
Helaas heb ik nooit een potje met hem getennist. 
Dat liep zo vaak mis, dat ik geneigd ben er iets achter te zoeken. 
Ik heb hem wel eens zien spelen in Delfzijl, maar was toen zelf nog niet bedreven in het spelletje, maar ook later kwam het er nooit van. 
Voor mij is Dan zo’n beetje de leukste snob, die elke keer weer blijkt helemaal geen snob te zijn, maar een warmvoelend mens, die trouw is aan zichzelf.


Greets in Londen





Greet in Londen met haar broer!




Dames DE HAAN

Greets met een bloem in het haar

De beide GRIETJES

Geen opmerkingen:

Een reactie posten