IK WOU DAT IK RIJK WAS EN NIET ZO KNAP!!




IK WOU DAT IK RIJK WAS EN NIET ZO KNAP!!

"Ik RIJK en niet zo knap!!"
De lange vakanties zetten op oudere leeftijd aan tot activiteit op het gebied van vakantiewerk. Door de omgeving die raad geeft en tips dringt tot ons door de noodzaak van het hebben van een baantje in de vakantie. Als ik op de middelbare school zit begon het al vroeg. Een krantenwijk speelt in die tijd nog niet, omdat er naar mijn idee nog niet een ochtendblad bestaat (?), maar ook ’s middags heb ik geen krantenwijk, terwijl mijn vader die bij de krant werkt toch misschien zijn invloed kan laten gelden. Via mijn ouders kom ik aan een baantje bij onze kruidenier Sytsma die gevestigd is aan het gedempt Boterdiep, vlakbij het redactiekantoor van mijn vader die werkt bij de Nieuwe Provinciale Groninger krant.
FAMILIE DE HAAN UIT GRONINGEN
Mijn broer Folkert is bevriend met zoon Jaap. Ook de familie Sytsma komt oorspronkelijk uit Friesland en ook zij spreken thuis Fries. Als vriend van Folkert komt Jaap regelmatig bij ons op de vloer en de meisjes plagen elkaar ermee op wie hij nu weer zijn oog zal laten vallen. Zo word elk bezoek een beetje gezien als een poging bij een van de dames een voet tussen de deur te krijgen. Wel schuift hij steeds verder op naar een jongere zus. Het Fries van Jaap zit vol met het stopwoord “Sees”, dat zoiets betekent als “zeg”. Hij gebruikt het echte te pas en te onpas en kan het ook niet afleren. Al gauw wordt hij niet meer Jaap genoemd, maar Seeske en het is me al gauw duidelijk dat Jaap niet mijn zwager zal worden.
JAAP SIJTSMA en FOLKERT DE HAAN

Ondertussen hebben zijn ouders een diep respect voor ons gezin. De functie van mijn vader en de eer dat hun Jaap een vriend heeft uit dit gezin, dat zij als zeer degelijk beschouwen en natuurlijk het feit dat wij voor hun kruideniersbedrijf een vette klant zijn, maakt dat ik in de winkel mag helpen en boodschappen kan rondbrengen. In feite moet Sytsma het hebben van zijn vaste klanten aan wie hij wekelijks boodschappen brengt. Elke klant wordt een keer in de week bezocht. Eerst is er het rondje om de boodschappenbriefjes te halen.Vervolgens worden de boodschappen ingepakt en gesorteerd en dan wordt er gefietst met de gevulde tassen aan het stuur.

Onder die klanten zitten Indische Nederlanders die vaak ook wonen in de Indische buurt, zo genoemd naar de straatnamen, zoals Bilitonstraat, Javalaan, Celebesstraat e.d. Bij deze mensen thuis snuif je de geur op van Indische gerechten en Sytsma regelt het ook zo dat zij de producten daarvoor kunnen krijgen. Een compleet andere eetcultuur wordt door mij opgesnoven en binnen niet al te lange tijd, krijgen we in ons eigen gezin er ook mee te maken. Het begint met rijst met kruiden, vooral kerrie en dat wordt gaandeweg uitgebreid en iedereen vond het best wel lekker. Voordien kwam de rijst in de poststroop terecht, zoals we dat noemden, maar dat waren zoete gerechten met veel stroop en bruine suiker. Nu is het pittig en dat  maakt de gerechten aantrekkelijk. De maggifles komt op tafel, maar niet meer alleen voor de soep.

In de tussentijd als ik voor een hele dag kom werken op zaterdag, kan ik suiker afwegen in kilozakken. Ook naar de grossier word ik regelmatig gestuurd voor allerlei artikelen waar even dringend behoefte is, zoals sigaretten, shag en andere producten. De eentonigheid en saaiheid van het bestaan van deze kruidenier en zijn vrouw is me het meest bij gebleven. Elke week is een kopie van de vorige en de dienstbaarheid, bijna slaafsheid van Sytsma valt me erg op. Zij zijn op de wereld om te werken en hun zoon Jaap haalt de HBS en studeert nog verder. De omgeving waaruit hun klanten komen voor een boodschap aan de winkel staat niet zo goed bekend. De bevolking hier leeft op het randje van het minimum. Het zijn arme mensen die werk of bijstandsgeld bij elkaar moeten schrapen. Wij noemen het in het gezin een achterbuurt, een kwalificatie die niet alleen denigrerend is, maar gebaseerd op de overtuiging dat je die buurt niet zal kiezen om te wonen, als je het financieel maar even kan opbrengen.

JAAP SIJTSMA

Ik weet zeker dat wij Sytsma ook als kruidenier hebben, omdat mijn vader dat als een plicht ziet. Als gereformeerden moet je gereformeerde zakenlieden helpen door hun klant te worden. De afstand van ons huis naar de kruidenier is dan ook groot van Oosterhamrikkade naar het Boterdiep, dat parallel ligt aan de Nieuwe Ebbingestraat. We hebben als kinderen er een hartgrondige hekel aan dat we voor een boodschap worden gestuurd, want dat betekent een heel eind lopen. Vooral mijn vader heeft er een handje van ons met treinbrieven de stad in te sturen naar het hoofdstation of voor sigaretten naar Sytsma. Zo gebeurt het me eens dat ik eenmaal de sigaretten gehaald op de terugweg aan het spelen raak , in een lantaarnpaal klim. Thuisgekomen zijn de sigaretten weg en kan ik de hele weg teruggaan om te zoeken en zo ben je een hele middag kwijt aan een lullige boodschap, want bij de lantaarnpaal liggen geen sigaretten.

Bestaat het werken bij Sytsma uit eentonigheid en is het verblijf in hun winkeltje niet zo aangenaam , omdat er zelden iets aan kan worden opgeknapt en er een geur van oude, te vochtige woningen hangt, toch houd het ik het een poos vol. Door de bedompte geur en de ongezelligheid van de woonkamer, komt het geheel van de winkel over als groezelig. Het geeft een gevoel dat je je moet gaan wassen als je thuis komt. Elke woensdagmiddag en zaterdag ga ik er heen en in de vakanties ben ik er ook vaak te vinden. In die periode ben ik ook gaan roken, omdat iedereen dat doet. Het verkrijgen van rookartikelen is niet zo eenvoudig. Ik moet het overal weg bietsen en in de winkel van Sytsma liggen sigaretten en shag in overvloed en die sigaretten dat is nog eens luxe, bovendien verbeelden we ons dat die tabak betere smaakt of fijner van kwaliteit is.
OPA RIJK en JAN THIJS DE HAAN

Eenmaal in de verleiding gebracht, kan ik die niet weerstaan. Ik heb al eens sigaretten met vriendjes gestolen op een bazaar door een pakje per ongeluk op de grond te stoten, het verder weg te schuiven met de voet en even later weer te kijken of het er nog lag. Dan kon je je gewoon bukken het oppakken en in je zak stoppen. “Niet gesnapt, eerlijk gegapt”, schreef Anne de Vries in Ratje en dat had ik toen al gelezen. Dezelfde “missen- ze- het-ook- truc”pas ik toe in de winkel van Sytsma en ik kom er mee weg. Als ik nieuwe voorraden van de grossier moet uitstallen , is er altijd een pakje voor mij bij.

De verdiensten zijn achteraf bezien beneden peil. Ik verdien per week 6 gulden. Thuis zeggen ze dat het goed voor me is en zelf vind ik alles beter dan niks, maar de sigaretten die ik erbij steel kan ik volgens mij zelf zonder gewetenswroeging bezien als een aanvulling op mijn veel te lage beloning voor al het werk dat ik doe, want lui ben ik niet. Op het laatst pak ik de pakjes die ik nodig heb gewoon van de plank en dat wordt op een keer gezien door de baas zelf. Stelen is stelen en de beide mensjes zijn onthutst. De wereld schudt voor hun uit de voegen. Zo’n keurig opgevoede jongen uit een streng gereformeerd gezin vergrijpt zich als de eerste beste dief aan hun armoedje. Ze kunnen het niet begrijpen. Ze denken dat wij van de familie De Haan zonder zonden leven. Krijgen mijn ouders het wel te horen? Ik herinner het me niet. Stoppen ze het in de doofpot met een berisping naar mij toe? Ik vermoed het. De kruidenier vindt dat ik mag blijven, maar het stelen moet afgelopen zijn.

In de zomer gaan we in die tijd met de trein van het Noorderstation naar Loppersum. Daar kun je bessen plukken. Dikke vette rode bessen die ook lekker zijn om zelf te eten en dat mag je rustig doen, want lang volhouden doe je dat toch niet. Behalve een groep middelbare scholieren zijn er ook wat oudere mensen die aan het plukken zijn. Het gebeurt met mandjes die je moet volplukken en je krijgt de opdracht niet halve takken mee te trekken en de struiken zo weinig mogelijk te beschadigen. Inderdaad blijkt voorzichtig schuiven met de handen het meest effectief te zijn. Elke volle mand wordt geteld en daarvoor krijg je een vergoeding aan het eind van de dag. Je kan als het ware je eigen loon bepalen. De concurrentie met de oudere plukkers is niet te doen. Met verbazing constateren we dat ervaring zoveel voordeel heeft dat het verschil in opbrengst met deze mensen erg groot is. Ze verdienen per dag het dubbele van wat wij krijgen, maar een paar dagen later kunnen we hun score toch een tikje benaderen. Je bent de hele dag buiten, staat wat tegen elkaar te zwetsen, je maakt een dolletje en lange dagen, maar verder is het eentonig, want even niets doen, betekent ook even niets verdienen! Dus dan ga je maar weer!
Werkzaam bij RIJK
Zus Jannie heeft verkering met een soldaat uit Amersfoort die in Nieuw- Guinea is geweest. Dat is natuurlijk zeer interessant. Hij is in het bezit van een schildpadschild, meegenomen uit dat gebied en kan interessante verhalen vertellen, dus hing je aan zijn lippen. Onder het vertellen plukt hij aan zijn sokken en ik ontdekt dat dat kwam omdat hij verlegen is, wat je je bij zo’n grote vent nauwelijks kunt voorstellen. Hij geeft een tip over een bollenboer op Texel bij wie hij met een ploeg jongens uit Amersfoort heeft gewerkt. De boer heet Rijk en heeft een bedrijfje in de buurt van De Koog, richting De Cocksdorp. Via onze aanstaande zwager Herman kunnen we er in de zomer terecht.

"IK BEN NIET RIJK" en Liesbeth RIJK
Bij aankomst blijkt ons dat de rest van de ploeg uit Amersfoorters bestaat. Dat blijkt dus traditie te zijn geworden. Boer Rijk wordt door ons Boer genoemd en zijn broer met wie hij het bedrijf runt noemden we gewoon Gerard. Vader Rijk is er ook nog. Hij is een grote stugge, zwijgende man die wat chagrijnig overkomt en van wie door de Amersfoorters wordt beweerd dat hij NSB-er is geweest of tenminste pro- Duitse sympathieën had. Voor ons blijft de familie Rijk daardoor een beetje verdacht. Broer Gerard is voor ons het sympathiekst. Hij gaat stilletjes zijn eigen gang en is de man die met de trekker voor ons de voren openlegt waaruit we de bollen moeten rooien en bij elkaar leggen om te drogen in de zon.
WIM WILLEMS en OPA RIJK en JAN THIJS DE HAAN
Gerard blijkt een kunstnaar te zijn die veel opheeft met techniek. Thuis heeft hij een complete kermis op schaal gebouwd met vooral draaiorgels die ook echt ronddraaien met muziek erbij. We bezoeken hem eens op een zondagmiddag en hij blijkt dan helemaal op te leven. Hij is een hele andere man. Hij is ook verantwoordelijk voor de schudmachine die hij heeft gebouwd om de  gedroogde bollen te ontdoen van overbodige grondresten waarna ze geraapt worden en via mandjes in kisten worden gestort of in zakken geleegd. Gerard wekt bij ons de indruk dat hij alle werkzaamheden verricht puur om den brode. Voor hem begint het leven als hij kan gaan knutselen.

OPA RIJK en WIM WILLENS en JAN THIJS DE HAAN
Van de zomer moeten ze het natuurlijk hebben. Behalve wat krokussen en andere kleinere bolletjes worden er vooral narcissen gekweekt volgens contract voor een bedrijf in Amerika en de kwaliteit van deze narcissen is bijzonder goed. Later in onze eigen tuin komen we daar wel achter. Trompetnarcissen, ze gaan allemaal naar de USA. Het plukken van de bloemknoppen van de narcissen is de eerste actie na een lange winter. Wat er precies in die periode gebeurt weet ik niet zo goed, van Gerard kan ik het wel raden. Misschien wordt er op technisch gebied nog wat gesleuteld aan de kooktoestellen, de tractor en andere typische winterwerkzaamheden. De bollen zitten dan allang weer in de grond.
JAN THIJS DE HAAN en LIESBETH RIJK
Als er geoogst moet worden, kwam de ploeg uit Amersfoort deze keer aangevuld met 2 broers uit Groningen via hun Amersfoortse toekomstige zwager. Eilanden zijn voor ons niet vreemd. Broer Thijs was ooit op advies van de huisarts een maand naar een gezondheids-kolonie geweest op Schiermonnikoog. Kinderen die fysiek niet zo gedijden komen daar in die tijd voor in aanmerking. Mijn  zus Martha is ooit ook al eens uitgezonden geweest. De scheiding van mijn broer is destijds een aparte gewaarwording. Je mist hem toch dagelijks en je bent ook wat bezorgd. Zijn terugkeer maakt grote indruk. Is hij nog wel dezelfde persoon? We gaan samen naar een straatfeest van de Petrus Hendrikstraat waar veel kinderspelen worden gehouden en waaraan ook kinderen van omliggende straten mee mogen doen. Thijs reageert depressief en mist de kolonie en het eiland zeer. Ik zie hem als een persoon met eigen verhaal en dat is nieuw voor me. Ik heb een deel van zijn ontwikkeling niet van nabij meegemaakt en ben aangewezen op mijn fantasie en dat maakt hem in mijn ogen bijzonder. Het geeft hem meer status. Hij heeft weer moeite om zich aan te passen, maar is wel opgeknapt, wat het belangrijkste is.
In het weekend....vrij!!
Later gaan we samen met onze ouders en mijn oudste zus Martha, die voor het eerst zwanger is en haar echtgenoot Jan Kremer naar het eiland Ameland. We worden daar onmiddellijk verliefd op. We maken mee hoe onze zwangere zus het geestelijk wat te kwaad krijgt door haar zwangerschap. Of maakt ze ruzie met haar echtgenoot? Er moet in ieder geval flink gesust worden. Het huisje waar we in zitten is prachtig, vrijstaand met een zeeën van ruimte er omheen. Via de coöperatie waar ook een gezondheidskolonie is  lopen we naar de camping en die ligt parallel aan de zee met nog wat duinen er tussen.

Ik ben dat jaar blijven zitten in de tweede klas van de HBS en zit met het probleem, hoe nu verder. De HBS is een dure school en ik heb gefaald. Dus zal mijn vader me nu naar de ulo kunnen sturen. De man geniet net als wij van het verblijf op Ameland. Het liefst vertrekt hij ’s ochtends voor een lange strandwandeling. Het gebeurt meestal dat ik met hem meeloop en hij is dan zwaar in gedachten. Ik weet dat ik dan niet moest storen. Hij begint toch vanzelf wel weer te praten. Ik ben ooit eens startend vanuit de binnenstad Groningen naast hem gaan lopen via de WA Scholtenstraat en de Anthonius Deussinklaan langs het bodenterrein naar de Oosterhamrikkade. Pas halverwege het bodenterrein ziet hij mij naast zich lopen. Hij glimlacht en zegt alleen: “Zo, ben jij het?”

Toen....met een sigaret!
De strandwandelingen gaan altijd richting het Oerd. Daar loopt hij het liefst, want daar is het ruig, vooral op het Oerd zelf waar de broedende vogels je rond het hoofd scheren, roepend, krijsend, gillend, alsof ze je elk moment kunnen aanvallen. We hebben dezelfde waardering voor die natuur, voor de tijdloosheid die je daar even voelt, maar spreken daar niet over. Hij stroopt de mouwen op van zijn overhemd en is zeer snel, zeer bruin tot zwart. De wandeling wordt onderbroken ter hoogte van Buren waar we bij het strandkroegje iets te drinken nemen op het terras. Daar maak ik voor het eerst kennis met frisdrank met koolzuur. Ik krijg Hero . Elke slok keer ik wel 20 keer om in mijn mond voor de aparte smaak. Limonade dat kende je wel, maar dit. Op een van de wandelingen begint hij over mijn toekomst en hij bedoelt dat ook letterlijk zo. Hij vraagt me hoe ik mijn toekomst zag. Ik heb een heel jaar verboemeld, doordat ik elke vrije minuut aan het voetballen ben, waardoor ik bijna van het sportveld moet worden gesleept om iets aan mijn huiswerk te doen. Het regent vieren. Ik ben kansloos aan het eind van het jaar. En nu vraagt hij mij naar mijn toekomst. Ik mompel iets van toch de HBS afmaken en dan leraar worden. Nergens in het gesprek legt hij een last op mij, maar het voelt wel aan als een gesprek tussen twee volwassen mensen. Hij neemt mij serieus voor 100% . Hij kraakt me niet af, wijst niet op de onkosten, maar spreekt over een nieuwe kans en wat ik ermee zal doen. Ik beloof dat ik mijn best zal doen. Ik slaag erin die belofte waar te maken. Gelukkig! 


Moeren en spanen....scheiden!!

Nu is Texel aan de beurt en het bevalt ons daar uitstekend. Het werken in de buitenlucht is sowieso al een weldaad. Het jaar ervoor heb ik gewerkt in de stad Groningen in de CP- fabrieken waar cola, frisdrank en Hooghoudt jenever wordt gemaakt en natuurlijk advocaat te herkennen aan de gele flessen. Je kan er dronken worden maar op die afdeling komen we niet als vakantiewerkers. Het blijft bij 1 of 2 keer snoepen van de advocaat. Je moet dingen doen die niet verkeerd kunnen gaan, zoals dozen vouwen voor de flessen. Zelf kom ik in een loods bij een transportband waar de kratten met lege flessen geplaatst moeten worden. Ze gaan de fabriek in waar de flessen worden gespoeld, gevuld en teruggeplaatst in de kratten. Het meest geestdodende werk heb ik daar zien doen. Met twee man worden de flessen gecontroleerd op breuk. Dat is zitten, kijken en blijven opletten.

Mijn baas in de loods is een vriendelijke man die ook regelmatig gesprekken met me voert. Al gauw krijgt hij door dat ik zelfstandig kan werken. Op den duur regel ik alles wat in de loods moet gebeuren. Ik krijg het aantal kratten door dat de lopende band op moet en plaats die al tellend . Onaangebroken flesjes haal ik eruit. In verband met de warmte heb je een flesopener in je zak en dankbaar drink je de volle lessen leeg. Dorst heb je de hele dag, want het is een warme zomer. Wat een suiker moet ik toen hebben binnengekregen? Regelmatig moet je ook naar een afdeling waar extra hulp gewenst is.
Aan het werk!!

Zo kom ik op een dag aan de vulmachine te staan van de colaflesjes. Cola heeft als frisdrank toen ook al de naam het bijzonderst te zijn vooral door die aparte smaak. Cola is een merk dat staat . Dus ben je nu bij de Rolls Royce van de limonadefabriek. Al gauw weet ik hoe de lopende band werkt. Als de goede knoppen zijn ingedrukt en de lege flessen komen richting vulmachine dan houd je gewoon de band in de gaten, loopt deze gewoon door tot en met het plaatsen der kroonkurken dan is er niets aan de hand, maar op een dag gebeurt het dat mijn baas die alleen al respect voor me heeft omdat ik op de HBS zit, zoveel vertrouwen in mij stelt dat hij vraagt of ik de colaband kan bewaken. Ik realiseer me meteen welk een verantwoordelijkheid ik kreeg en accepteer deze als blijk van vertrouwen, maar krijg er meteen slappe knieën van, want, wat als er iets fout gaat? En natuurlijk gaat het fout. Plotseling begint de band die perfect liep te crashen. Wat er fout gaat? Ik weet het niet meer. Het verschuiven van een flesje kan de oorzaak al zijn. Een storinkje in het doorlopen van de band in het goede ritme. Een voor een vliegen de gevulde flesje Cola van de lopende band af en vielen op de grond. Het dreigt een ravage te worden. Ik sta op het punt de hele boel stop te zetten, als mijn baas opduikt en de bewuste knop al heeft ingedrukt. Hij wordt niet boos, gelukkig, maar ik realiseer me dat hij zelf fout is. Hij heeft me de verantwoordelijkheid nooit mogen geven. Dat besef ik heel goed. Toch krijgt mijn eergevoel even een deukje.

Volgens mij heeft hij een pijl en een boog!!

Op Texel rijd de Koog voorbij richting de Cocksdorp. Op een gegeven moment ga je links af een boerenree op met twee karrensporen ( lees trekkersporen) Tegen de duinen ligt het bedrijf van de familie Rijk. De oudste zoon woont op het bedrijf. Gerard woont in Den Burg. Rijk zoals we de oudste zoon noemen is getrouwd met een roodharige vrouw. Ze hebben twee kinderen Arie en Liesbeth en vooral met Liesbeth klikt het. Het is leuk om met haar om te gaan . Ze is ad rem, vindt het leuk om een praatje te maken en is tegen de 8 jaar een leeftijd waarop kinderen heel gewoon en natuurlijk met volwassenen kunnen omgaan. Arie is verlegen en van hem merk je niet zoveel. Voor mezelf is het belangrijk te bewijzen dat ik goed met kinderen overweg kan, dus em ik er altijd tijd voor.

Ze bemoeit zich met ons eten!!

Een beetje stoeien en donderjagen zit er altijd wel in als we ’s avonds bij de pomp staan te wassen en we de toegeslopen Liesbeth met water gingen gooien. Ze vertelt ons dan wat we te eten kregen, want de vrouw van de boer, zoals we haar noemen , kookt elke avond groente en vlees voor ons mee en dat kan ze heel goed. De aardappelen schillen we en koken we zelf op een gastoestel dat staat in het schuurtje ( boetje) waarin drie stapelbedden staan  en een tafel.

We eten op bed zittend omdat er verder geen ruimte is. Onze bagage ligt ook onder de bedden of op een bed dat onbezet blijft. Het is een klein schuurtje, maar we doen er niets anders dan slapen of liggen. Als het droog is, zijn we altijd buiten. Tussen de middag eten we ladingen brood en drinken we verse melk die we halen bij een boer verderop in een emmer. We vinden het heerlijk die rauwe melk en halen elke dag verse. Op de fiets is het nog een hele kunst de spattende melk binnen de emmer te houden. 

Spanen van moeren scheiden!

Soms moet je ’s avonds na het eten nog naar de Koog op een geleende fiets om boodschappen te doen, maar meestal ben je zo bekaf van het werken dat je na het eten gaat uitbuiken. Na een uur heb je alweer trek en worden zakken vol pel pinda’s opgegeten. We besluiten de avond met een eitje geklutst in cognac of we drinken een glas cognac met cola en slapen als varkens tot we door de boer gewekt werden. Hij roept ons om zes uur. Om zeven uur is het werken geblazen na het ontbijt van brood en het klaarmaken van het brood voor de koffiepauze.

Om zeven uur stonden we op het land. Bij goed weer werd er gerooid en om de verveling van het eentonige werk te verdrijven, ging je allerlei dingen bedenken, zoals het neerleggen van de bollen in een boog. Zo snel werken dat de trekker het niet kon bijhouden, achterstevoren werken tot en met het stoeien of vechten of dollen met je collega’s . 
........en gezellig wat kletsen!
Het klikte al gauw met onze Amersfoortse huisgenoten. Er zaten aparte kerels bij. Na verloop van tijd, toen iedereen wat gewend was, begon zo’n Amersfoorter te roepen dat hij wilde , dat hij Rijk was en niet zo knap. Bedacht hij het zelf? We vonden het heel geestig en vooral toen hij het regelmatig langs de neus weg opmerkte, als Rijk in de buurt was die iedere keer wijselijk niet reageerde.

Als het regent wordt er niet gerooid omdat je soms letterlijk de modder komt te liggen. Er is dan wel een loods met wat tafels met krokussen die gepeld of gescheurd moeten worden en dan sta je de hele dag wat aan je jeukend kruis te krabben, want het is eentonig werk dat alleen werd opgefleurd door de muziek op de radio of een zich plotseling ontspinnende discussie, die soms heel boeiend kan zijn. 
Voor wie steekt ze haar tong uit!
Een keer gebeurt het dat we als de bliksem worden getroffen door een nieuwe plaats van de Beach boys. Op mij maakte die plaat Good Vibrations enorm veel indruk en steeds weer als ik de plaat later weer hoor, probeer ik in het gevoel te komen dat ik had toen ik hem voor het eerst hoorde. Het is net of je er nooit zeker van zult zijn , dat het Good Vibrations wel was. Door het vele luisteren naar de radio maken we grondig kennis met de nieuwe stukgedraaide popmuziek en de dzjingles: Kennen jullie deze nog:' Hippe blitzticker voor naks' en meer van die kreten waarvan door Veronica later een speciale plaat wordt gemaakt.

Vrouwen zien we door de week niet en onze blikken dwalen meteen af als vrouw Rijk buiten verschijnt en iedereen heeft dan zo zijn eigen fantasieën. Het gebeurt een keer dat een van de Amersfoorters een vriend op bezoek krijgt die een meisje heeft meegenomen. Ze krijgen ook een slaapplaats aangeboden en al gauw blijkt dat het meisje er een was dat van hand tot hand ging. Ze ligt die avond bij elke Amersfoorter wel even te knuffelen en op een gegeven moment begint ze ook mij complimenten te maken over mijn uiterlijk en zal ze zonder problemen de overstap gemaakt naar mijn stapelbed, maar ik moedig groen als ik ben haar maar niet aan, vooral ook omdat ik vind dat je alleen in een monogame relatie kan frutselen aan een meisje. 
Klaar om te duiken!
Die nacht worden we behoorlijk uit de slaap gehouden die we dringen nodig hebben en tegen de morgen om een uur of vier worden ze min of meer het boetje uitgevloekt. De jongen die met haar meegaat zal zich, althans daar ben ik van overtuigd seksueel wel voldoende over haar ontfermen en paren in de open lucht, is volgens iedereen je van het.

Die volgende middag krijgt broer Thijs last van gebrek aan slaap en breekt hem op zijn gevoel van spijt over de vernedering die zo’n type meisje zich laat welgevallen. Hij vindt het onverteerbaar wat er met dat meisje gebeurde. Ze bood zich wel aan, maar moest je dan direct maar van die zwakheid misbruik maken. Thijs kon er niet tegen en dus bezorgde het nachtelijk gebeuren hem een scheur in zijn kuis jongensgemoed. Hij begint te flippen, ruzie te maken en stopt ook met werken. Rijk die er niets van begrijpt, krijgt de zaak uitgelegd. En we vinden dat hij niet meer toestemming aan niet werkenden moet geven om bij ons te slapen, omdat we geen oog dicht doen. Thijs knapt wel weer op die dag en is een ervaring rijker. Ik heb met hem te doen, maar ook bewondering voor zijn inschatting van de situatie en ik ontdek dat respect voor mensen in zijn leven erg belangrijk is. 
Hopelijk kijkt hij niet ..........OM!

Om een uur of 10 hebben we koffiepauze. We eten brood en drinken net zoveel koffie als we willen. Om twaalf uur is de lunch en gaan er hele broden door. Het beleg bestaat bijna zonder uitzondering uit pindakaas. Dat is gemakkelijk smeren maar en als we er even flauw van zijn nemen we tijdelijk wat anders, zoals kaas. De middag wordt onderbroken voor een half uur theedrinken en pas om zes uur kunnen we nokken. We gaan wassen en halen groente en vlees op. De aardappelen zijn al geschild in de middagpauze en zo staat de hele dag in het teken van werken en eten. Op zaterdag weet je nooit wat je te wachten staat. In principe moet je de hele dag werken, maar de heren Rijk zijn het wel eens eerder zat en dan kan het gebeuren dat je soms om 1 uur en soms om drie uur vrij bent. Je gaat je goed wassen voor het weekend en er moeten boodschappen gedaan worden voor de volgende week.
Alleen met de bollen!!

Meestal bestaat het weekend uit uitrusten voor de nieuwe werkweek. We lopen wel eens naar de Koog via het strand of over de weg. We zwerven wat over het strand bijvoorbeeld naar de Slufter of we gaan zwemmen in zee bij goed weer, maar luieren is de belangrijkste bezigheid: luieren en slapen, want fysiek eist het werk heel wat, zodat van rokkenjagen niets komt, of zijn we zelfs daar te lui of te groen voor. Flip en Ton de Amersfoorters zijn niet te groen, maar ook lui. We kunnen goed met ze op schieten. Ton is joviaal en maakt graag luidruchtige grappen die plagerig van aard zijn. Flip is de rust zelve en lijkt volledig in balans. Eigenlijk passen ze wel bij ons. Echt ruzie hebben we nooit, maar dat komt omdat we op elkaar zijn aangewezen. Flip is ook de man met de meeste ervaring. Hij kent het bedrijf van binnen en buiten en heeft in het naseizoen ook bij Rijk gewerkt als enige overgeblevene van de rooiploeg.
Ze kijkt wat groen uit!!

Na het rooien moet er gezeefd worden. In mandjes worden de bollen van de grond geraapt en op de trillende lopende band uitgeworpen. Deze werkt als een zeef en ontdoet de bollen van overbodige grondresten. Al trillend verdwijnen de bollen naar het uiteinde van de band en verdwijnen ze in zakken die door Gerard steeds worden gewisseld als ze vol zijn. Regelmatig proberen we de zeefband over de kop te jagen door als gekken te rapen. Gerard moet dan ingrijpen. Hij wordt dan kwaad, wat we in het begin wel grappig vinden, maar als we hem beter leren kennen niet meer. De gevulde manden worden beurtelings door een van ons gehaald, naar de zeef gebracht en daarop uitgestort. Ook deze loper proberen we in paniek te brengen door supersnel de manden te vullen en dan luidkeels te roepen: “Komt er nog wat van. Tempo! Ik kan niet verder!”. Het zijn pesterijen waar we onszelf ook mee hebben, want je raakt bekaf van het houden van dit soort races.

Ondertussen schallen de tophits uit de radio en raak ik helemaal op de hoogte van de popmuziek van die tijd en horen we informatieve gesprekken op de radio en verdienen we het magere loontje van schrik niet 60 gulden in de week en dan worden we vergelijkenderwijs met de kost en in woning meegerekend niet eens slecht betaald. Een paar honderd gulden kon je er zeker van over houden en in een van de drie zomervakanties dat ik er gewerkt heb, neem ik de Berini over van Rijk die hij tweedehands aanbiedt. 
De heren plagen!!

Trots rijd ik naar huis over de Afsluitdijk op mijn eerste brommer die ik met eigen geld zuur verdiend heb. Daar op de Afsluitdijk ontdek ik ook stomvervelend brommer rijden is, omdat je niets te doen hebt, dan aan de gashandel draaien. Op een gegeven moment zit ik gymoefeningen op de brommer te doen. Fietsen vind ik prettiger, maar de brommer wordt verdraaid handig als ik op de kweek hele einden moet afleggen zonder bus- of treingeld te betalen voor een dagelijkse reis naar Appingedam en dat soort plaatsen in de provincie.

Voor het kweken van bollen zijn er twee percelen grond beschikbaar. Beurtelings worden de percelen gebruikt . Het ene jaar gaan er bollen in, het andere jaar lupine dat veel stikstof in de grond brengt. Het perceel bij het huis ligt vlak bij ons boetje. Het is drie stappen en we kunnen aan het werk gaan. Het andere jaar moeten we naar de weg richting De Koog. Vaak gebeurt het dat  de tractor op het terrein gebruikt wordt. Rijk kan het wel waarderen als je leergierig bent en geeft je de kans op de tractor te rijden. 
Oh... RIJK wat vrolijk
Dat overkomt mij ook en het is voor mij een hele ervaring dat lompe ding aan de praat te krijgen en het ook nog te laten rijden.Het wordt minder als er een laadwagen aangeknoopt werd, omdat je dan een heel andere draaicirkel krijgt om ergens langs te komen. De eerste keer rijd ik een grote stapel gevulde kisten omver, omdat ik de bocht iets te krap neem, maar Rijk vindt het niet zo erg. Hij kan je pesten met een opmerking, dat goed kunnen leren nog niet betekent goed kunnen trekker rijden. Uiteraard heeft de man waardering ervoor als je hard wilt aanpakken en dat doen we wel met zijn allen. We krijgen het niet cadeau, maar we worden eerlijk behandeld.

Af en toe smaken we het genoegen, vooral als de groep Groningen zich uitbreidt door mond op mondreclame van onze kant, dat we in het huis van Rijk mogen oppassen. Het was een heel aparte ervaring die je ook hebt als je op vakantie bent geweest met een tent. Zodra je weer op een stoel kunt zitten, heeft dat iets heel onwennigs. We zitten of liggen meestal op de grond of op een stapelbed en restaurants of kroegen in De Koog bezoeken we niet vanwege onze gierigheid, want je wilt met zoveel mogelijk geld thuiskomen.
De wasbeurt!

Voor ons betekent zo’n oppasavondje een soort terugkeer naar de beschaafde wereld, want je kan ook TV kijken en je visueel op de hoogte stellen van het gebeuren op de wereld. We worden ruim voorzien van limonade en chips en naar bier of sterke drank talen we nauwelijks en het zou ook niet correct geweest zijn naar onze gastheer toe. Heel goed herinner ik me nog Willem  de slagerszoon van de Kapteinlaan die een straat verder woont om de hoek. Willem zie er net zo uit als je van een slagerszoon mag verwachten: robuust, stevig en vlezig. Hij lijkt me een beetje geïntimideerd naar mij toe en dat heeft zonder meer met mijn  opleiding te maken, want ik studeer aan de universiteit en dat is in zijn ogen het hoogst bereikbare. Hij maakt de indruk dat hij studeren ook als doel in zijn leven heeft gesteld. Willem blijkt een aardige geïnteresseerde jongen te zijn met veel gevoel voor humor. We blijken voortreffelijk met elkaar op te kunnen schieten en dat maakt het verblijf op Texel meestal zeer aangenaam. We trekken veel met elkaar op en bezoeken wat uitgebreider de bijzondere plekken van Texel zoals het Texels museum. Willem brengt waarachtig wat cultuur binnen, hoewel ook met hem de jacht op de dames niet geopend wordt.
Zij is wel RIJK en .....ook nog knap

We zijn akelig correcte jongens, maar in staat te genieten van die Amersfoorters die wat geflipt zijn in onze ogen. Zo is er Ton die af en toe ook flipt en die regelmatig de wijze woorden bezigt, dat hij graag Rijk was en niet zo knap. Hij heeft een echt Hollands accent, dat gekenmerkt wordt door soepelheid en achteloosheid en wij Noorderlingen luisteren graag naar dat zangerige Hollands dat we eigenlijk aanstellerig vinden, maar als je het consequent hoort gebruiken gaat dat idee er wel af. Hij schept er een behagen in de heren Rijk af te katten door spontaan te gaan spreken over ons “lage’ salaris, over onze armoedige huisvesting en steeds weer behandelt hij deze thema’s als een van de broers in de buurt is.
Verder kom je allerlei typen tegen. Jongens die als student gesjeesd zijn of worden opgeleid aan de kunstacademie na vele ambachten en ongelukken en spoedig kom je erachter dat iedereen wel zijn eigen prettige storing heeft. Ook ernstige gesprekken worden veelvuldig gevoerd over het geloof en het staan in de wereld, over toekomstplannen enz. Op den duur is alles bespreekbaar en heb je het gevoel dat je de maten van het boetje kent als je broekzak.

Aan alles komt een eind, als er geoogst is en gescheurd. De spanen worden gescheiden van de moeren (zeg maar de moederbol). Verpakt in grote kisten met de letters EXPORT komen ze terecht in De Verenigde Staten. De moeren worden vervolgens “gekookt”, zoals dat heet. Ze komen in een bad van 40 tot 60 graden, waardoor ziekte in de bol voorkomen kan worden.


De rooiploeg zwaait af na drie werken en slechts een enkeling kan blijven om te helpen bij het : koken" en daarna bij het herplanten. Broer Thijs heeft er wel oren naar te blijven en dat mag. Hij maakt het hele proces mee met Flip samen en heeft een sterke binding met de omgeving daar. Het is ons uitstekend bevallen. Elke dag buiten is veel prettiger dan het werken in een stinkende fabriek in de zomer.


JAN THIJS DE HAAN en OPA RIJK
Het jaar daarop doe ik mijn schoolmeestersexamen en Thijs en ik vertrekken voor de tweede keer naar Texel. Hoe vaak Thijs er nadien komt, weet ik niet meer. Ik denk toch wel een aantal jaren achter elkaar, want als ik pedagogiek ga studeren, besluit ik na het afronden van het eerste studiejaarjaar nog een keer te gaan en het valt niet tegen. De sfeer is nagenoeg hetzelfde. Het aantal Groningers is nu toegenomen en sommigen ervan ken ik zoals, zoals Willem van de slager. Het terugkomen op een eiland is telkens weer een feest van herkenning. De suggestie van het afgesloten zijn van de buitenwereld en het terechtkomen in een wereld op zich, onderga ik sterk. Texel kun je op een geweldige manier befietsen. Soms huren we een tandem en jagen met een rotgang door duinen waar niet een schelpenpad maar een betonnen pad is neergelegd. Dat maakt Texel weer anders dan de andere waddeneilanden. Texel is niet alleen eiland, maar ook nog platteland.
Niet rijk...maar...........?........wel DE HAAN




Als we bij Rijk gaan werken, bezoeken we altijd even onze tante Klaske van Baaren in Julianadorp. Ze is dan al weduwe, omdat haar man aan kanker is gestorven. Ze heeft hem op handen gedragen, maar blijft een hartelijke, vriendelijke vrouw die oprecht geïnteresseerd is in de kinderen van haar zus , zodat je je bij het gezin Van Baaren altijd welkom voelt.

Nadien bezoek ik nog een keer het eiland Texel, als mijn oudste zus met het gezin en de vouwcaravan bij De Koog op het kampeerterrein staat. 
Margriet is nu al OMA (2014) 










Inge Kremer en  Alexander Kremer


                 De familie Kremer op Texel bij De Koog








Een onder onsje!
Inge en Alexander Kremer











Zich wrijven in de handen!
Jan Thijs de Haan










Alexander Kremer

gewicht heffen









Het ijsje consumeren!


De ruimte is daar groot, een prachtige kampeerplek. Het is een gedenkwaardig verblijf, want behalve dat ik veel schik heb met mijn oomzeggers, die ik voorlees en bakken vertel, vindt de landing op de maan plaats en we volgen alles via de radio. Het is een van de weinige momenten waarbij ik kan vermelden waar ik ben en wat ik doe, als het gebeurt: de camping van De Koog

JAN THIJS DE HAAN
(In het jaar 2014 werd ik 70 jaar)







19 november 2014
   
Liesbeth Rijk
19 november om 13:05
We waren heel verrast door je mooie verhaal 'Was ik maar rijk en niet zo knap'. Mijn echtgenoot vond het via google. Hij zei 'Lies, moet je nou es kijken!' Al wat ik verwachtte, maar niet zo'n leuk verhaal: een cadeautje!
Ik zal het aan mijn moeder laten lezen. Ze is bijna 87. Mijn vader is 3 jaar geleden overleden en Gerard een jaar daarvoor. Heel bijzonder voor mij om te lezen en te kijken door de ogen van één van de jongens uit 'het jongenshok', zo noemde ik toen (8 jaar oud) jullie onderkomen met de stapelbedden. Later werd het een geitenhok en nog later een keuken/badkamer (we noemden het 'het was-tobbe' het was niet al te luxe!) voor de familie die bij mijn ouders kampeerde. Leuk die foto's erbij en gedetailleerde beschrijving van het werken in de bollen op Texel. Wim Willems is een paar jaar geleden nog bij mijn moeder geweest, kwam regelmatig nog met zijn vrouw, ook kamperen toen mijn ouders nog op hun oude stekkie in de duinen woonden. 8 jaar geleden zijn ze verhuisd naar Den Burg. Reminiscentie.... die kant gaat het op. Ik ben nu 57 en werk als casemanager dementie bij Stichting Geriant, begeleiding van mensen met dementie, mantelzorgers en als docent voor zorgmedewerkers. Ik ben getrouwd, we wonen in Den Burg met nog 2 zonen (18 en 19 jaar) thuis; de oudste twee (28 en 29 jaar) zijn afgestudeerd en zelfstandig wonend in Den Burg (het eilandgevoel!) en Amsterdam.
Ik heb de link van je weblog ook aan Arie gestuurd. Hij heeft jaren gevaren op de grote vaart als marconist en later toen hij trouwde belandde hij in Hellevoetsluis, werkt nu nog bij Radio Holland (Imtech). Hij heeft 2 dochters van 20 en 18.
Verder heb ik het verhaal ook aan neef Jan, de zoon van Gerard gestuurd. Er stond ook e.e.a. over zijn vader in, positief. Gerard heeft op zijn 39e een CVA met veel blijvende beperkingen (ernstig afasie en hemibeeld rechts) gehad en forse persoonlijkheidsverandering. Dat was voor zijn kinderen (Jan en Gerard) heel bepalend. Zijn vrouw Jannetje overleed nl. al op 45 jarige leeftijd. Omdat Gerard, zoals je al schreef, ontzettend inventief was, heeft hij zich nog tot kort voor zijn overlijden zelfstandig kunnen redden.

Hartelijke groeten van Texel!

Er komen weer veel herinneringen boven aan het landje met de bollenkisten.
We maakten daar hutten en konden naar hartelust spelen. 
In mijn herinnering was het altijd mooi weer in die zomers van toen.

  • Liesbeth Rijk Mijn vader heeft zoveel fysiek (over)belast, dat hij rond zijn 60e al heel veel klachten had, m.n. rug. Geen opvolger, dus het bedrijf afgebouwd. Nog wat kleine mooie bolgewassen, allium, keizerkronen (lelies), sneeuwklokken, aparte soorten narcissen en droogbloeiers. Dat was genoeg. Hij heeft altijd wel plezier gehad in het werken. Wat hij in de wintermaanden deed? Heel veel onderhoud, klussen, helpen bij buren, vrienden en bekenden met verbouwen, schilderen en behangen. En heel veel lezen! Op een bepaald moment was er geen boek meer in de bibliotheek in zijn genre 






Dit is de meest recente foto, bij de Texelse verhalenwedstrijd 2014 (was ik genomineerd, vorige keer ook). Het ging over de jeugd van mijn moeder en haar zussen, daar is veel moois en grappigs en uiteraard ook een schaduwkant  Deze verhaaltjes krijg je cadeau, als tegenprestatie voor jouw verhaal.
Jan Rijk, de zoon van Gerard en Arie hebben ook genoten van jouw verhaal. 
Leuke hobby, tekenen. Veel plezier en hartelijke groet,
Liesbeth



Twee verhalen van Liesbeth Rijk

Oma’s kukeltjes

Oma, Marie Dalmeijer, woonde op de boerderij   De Zwaluw vlakbij de haven van Oudeschild. Mijn moeder Geertje en haar twee jongere zussen Jannie en Paula hebben een heerlijke onbezorgde jeugd gehad op de boerderij. Oma vond alles best, er was nooit gezeur. Iedereen kon er binnen komen en het gebeurde geregeld dat er meer dan 10 paar klompen voor de deur stonden….
In en om de boerderij was altijd van alles te doen, slootje springen, spelen in het hooivak, helpen in de stal, zwemmen achter diek of in de haven. Er waren veel beesten op de boerderij, koeien, schapen, varkens, ganzen, kippen, een ket, een hond, kalkoenen, pauwen, katten en ja zelfs bevers. Het jonge vee ging altijd voor bij oma. Jong en oud, wie kon hielp mee, daar werd op gerekend. In huis achter de kachel zat regelmatig een soggie in de lammertijd.
In het voorjaar gebeurde het een keer dat een eend op tien eieren zat. Al gauw kwamen er 7 kuikentjes  uit, die rap op pad gingen. De moedereend was een echte kloek, die wou met ‘r kuikentjes mee. Drie eieren lagen nog in het nest en mijn oma zei ‘kom meiden, pas op  die eend, die mag niet van d’r nest.‘ Maar dat viel niet mee. De zussen zaten ieder aan een kant op wacht. De eend was niet te houden, ontsnapte keer op keer. Probeer maar eens een moeder vast te houden die haar kroost achterna  wil.
Toen kwam oma even kijken. Ze nam de eieren uit het nest.  En weet  je wat ze deed? Ze stopte ze in haar BH! Haar forse boezem bood voldoende plaats, de eieren lagen warm en zacht. Wat later, na koppiestied, moest oma naar de winkel een boeskip doen. De meiden gingen mee, want meestal kregen ze wel wat lekkers op weg naar de kruidenier.  Dit keer een ijsje van een dubbeltje, zonder dat ze hadden gezeurd.
Oma stapte de winkel van Wil Koorn binnen en toen hoorden ze een vreemd geluidje, zo’n heel klein zacht gepiep, pieppiep….pieppieppiep. Het klonk door de hele winkel pieppeip, net waar oma liep….pieppiep… Oma vroeg nog ‘horen jullie dat, wat is dat voor geluud?’ En toen ineens riep ze vol schrik ‘ik moet naar huus, mien kukels komme uut!’



Brigitte Bardot, Doris Day en Josefien

Op de boerderij van mijn opa en oma, Arie Pieter en Marie Dalmeijer, was het altijd een komen en gaan van mensen. Buren, familie, verre familie, vrienden van familie en verre familie, veel kinderen en werkmensen.
Er was altijd reuring. Bijzonder was dat iedereen zich welkom voelde op de ‘De Zwaluw’, waar het ook krioelde van de dieren. In het voorjaar liepen de schapen met lampies in de wei voor de boerderij.
Er waren altijd wel een paar soggies, die in de woonkamer lekker warm bij de kachel lagen. Er waren ganzen en kippen met kukeltjes, die af en toe via de openstaande deur de bijkeuken en daarna de eetkeuken inglipten.
Koeien, kalfjes, geiten, pauwen, een paard, een hond, kalkoenen, konijnen, katten, het leek wel een dierentuin. Geen wonder dat de Ouweskilder jeugd graag op ‘De Zwaluw’ kwam: altoos wat te beleve deer! Er waren ook drie zeugen, die alle drie een mooie naam hadden. De drie dochters van  Arie Pieter en Marie, Geertje, Jannie en Paula, waren  - geheel volgens de  traditie van die tijd - vernoemd naar de grootmoeders Geertruida, Jannetje en grootvader Paulus.  Daar was niet veel fantasie voor nodig. Daarom hadden opa en oma voor de varkens hele andere, mooie namen bedacht: Brigitte Bardot en Doris Day dat waren leuke namen voor de twee dartele  roze biggetjes, het leken wel fotomodellen! De derde hadden ze Josefien genoemd, naar de bekende revuedanseres en activiste, Josephine Baker.
De zeugen waren heel alert, ze kwamen direct naar mijn opa en oma toe als die zich op het erf vertoonden. Etensresten, oud brood, als het er was, en groenteafval werden naar de varkens gebracht. Als de zeugen bij hun naam geroepen werden, kwamen ze meteen aandraven.
Omdat de zeugen van het erf een prutzooi maakten, had opa een hok voor ze getimmerd. Het modderbad ervoor maakten de zeugen zelf. Daarom heen kwamen hekken met een poort. Die poort bleken ze zelf te kunnen openen. Dat had de knecht nooit kunnen bedenken. Hij zei ‘ik zou willen dat ìk zo slim was….’ Als oma Marie riep  ‘Brigitte, kom!’ dan kwam Brigitte Bardot aan waggelen. ‘Josefientje, kom je ok?’ riep Geertje en daar kwam ze aanschommelen, met d’r steertje in de krul omhoog, ‘Doris Day!’ riepen Jannie en Paula. En daar stond nummer drie parmantig met de voorpoten tegen het hek op, knipperend met haar glimmende oogjes, wachtend op een aai van de meiden.
Op een keer toen de meiden vroegen ‘Vader, deuze lieve varrekes hoeve toch nooit naar de slager toe?’ stelde opa ze gerust en zei ‘welninnut, deer bouwe we een rusthuus voor, vanzellef!’ Maar dat was natuurlijk grootspraak. Want een tijdje later brak de dag aan dat de zeugen weg moesten. ’s Ochtends om een uur of negen, de meiden waren naar skool, zou de veewagen ze komen ophalen. Die ochtend verdween Arie Pieter, hij moest zogenaamd skeepe telle op het are land heel achter het boetje, dus hij stapte op de Solex en verdween uut het zicht. Oma Marie maakte zich ook uit de voeten, moest zo nodig opeens bonen plukken in de tuun.
De knecht, Hans Hemelrijk, moest de klus met de zeugen maar klaren. De veewagen kwam en Aris van Leen gooide de klep er uit. Ze probeerden de varkens de klep op te jagen de wagen in. Maar daar hadden de  dames geen zin in, ze voelden al nattigheid…. En ze vlogen alle kanten op, maar niet de bak in. Ze hadden Josefien zowat op de klep, de knecht ging er wiedbiens voor staan, maar ze glipte net tussen zijn benen door ’t hok weer in. Ze waren al een uur aan de gang, zonder dat ze één varken in de wagen hadden. De chauffeur was het goed zat en greep naar een riek, ‘ik kreg jullie wel, krenge!….’
Toen kwam oma uut de tuun voor de koffie en zag de chauffeur net uithalen naar Doris Day. ‘Hééée’, riep ze, ‘kenne jullie wel? Hou deer mee op!’  De mannen foeterden ‘Ja, maar die dinge willen alle kanten op behalve de goeie!’  Oma zei niks meer, ze stapte kordaat op haar klompen de vrachtwagen in en riep ‘Doris Day, kom dan!
En…. ze kwam, ze waggelde onwennig de klep op de vrachtwagen in. ‘Brigitte Bardot, kom maar!’ en Brigitte kwam direct vol vertrouwen naar haar toe. En tot slot ‘Josefientje, kom dan!’ En Josefien, die helemaal nog geen zin had, kwam toch ook aarzelend de wagen op schommelen. Alle drie kregen een klapje op de rug en een aai over de kop van oma. Zonder nog om te kijken stapte zij van de wagen af. De mannen bleven sprakeloos achter.
Zonder een woord uit te kunnen brengen liep oma Marie weg, de tuun weer in. De koffie bleef op tafel staan….Toen opa bij het middageten vroeg ‘Benne ze weg? Is ’t goed gaan?’….viel er een lange stilte, waarna  ze mompelde ‘vezellef.’
Daarna kwamen er nooit meer varkens in het varkenshok op het erf van ‘De Zwaluw’. Het werd de ‘stal’ van de goggomobil, die er precies inpaste.

Liesbeth Rijk - Den Burg



Hallo Liesbeth


Via Janthijs heb ik jouw reactie gelezen op het verhaal over Texel
Hij vroeg mij of ik ook een stukje wilde mailen over Texel.
In de jaren zestig heb ik gedurende 5 jaren in de vakantie gewerkt bij je vader.
Het laatst jaar heb ik ook nog bij van zanten gewerkt en dit waren hele lieve ,wat oudere mensen.
Je vader was altijd een hele rustige vriendelijke man en hij gaf ons altijd een zakje aardappelen en /of een zakje met rijst en je moeder had vaak groente en vlees over en dat kregen wij dan.
Soms kregen we wild konijn van haar en dat vonden we heerlijk.
Je moeder had van die half wilde katten in en om het huis en als je op de bank zat en je hand liet bungelen ,dan had je gelijk een haal te pakken.
Opa was altijd heel stil  en hij was wat doof en als hij langs de weg stond te plassen dan riepen Wim en ik altijd: laat hem niet vallen opa.
Je oom Gerard vond ik altijd en heel bijzondere man , die heel rustig aanwezig was maar wel goed het overzicht had.  Een echte binnenvetter met een goed hart. 
Ze vertelden dat hij vroeger wel naar Amerika had willen emigreren en dat hij daar ws een gouden toekomst had gehad omdat hij zo technisch was en vooral in praktische zin.
Het eerste jaar dat ik kwam was op de leeftijd van 15 jaar.
Er waren jongens bij die ouder waren en wat met meiden rommelden in het schuurtje tot diep in de nacht en dan gingen de meiden weg en als ze dan terugkwamen, dan maakten zij mij wakker met de vraag of ik een cent kon wisselen en dat maakte me razend vooral omdat ik slaap te kort kwam na een dag hard werken.
Het kwam toen overdag tot een escalatie en je vader wilde deze jongens niet weer terug hebben.
Het werken was zwaar maar heel gezond en voor een goede baas doe je dat.
We verdienden in die tijd ongeveer 60 gulden per week en dat was veel geld.
Van mijn eerste geld kocht ik een pick up en de plaat:porgy en bes van Gershwin.
Jij was altijd een pittige dame, die altijd graag de jongens probeerde te pesten of uit te dagen.
Ik heb altijd een hele goede tijd gehad bij jullie en later ben ik met mijn vrouw nog 2 maal bij jullie langs geweest.
Groeten van Thijs de haan
Thijs Teunis en Liesbeth

.

                                      Wim Willems en Liesbeth Rijk
                                       Vader Rijk en Liesbeth Rijk
                                                  Thijs Teunis en Liesbeth Rijk
                                                  
                                        Liesbeth Rijk en Jan Thijs de Haan
                                               










Liesbeth Rijk en Jan Thijs de Haan

                                    Liesbeth Rijk


2 december 2014
Hallo Jampy,
De mails over Texel waren voor Herman heel bekend.
Het werken op het bollen- bedrijf van de fam. Rijk.
Hoe jullie verzorgd werden met eten en goed in de gaten werden gehouden.
Thijs herinnerde zich ook nog heel veel uit die tijd.


Herman heeft ook nog bij een andere boer gewerkt maar de fam. Rijk zorgde wel voor eten en onderdak.
Leuk,dat jij contact hebt met de dochter waar jullie zo veel lol mee hebben gehad.
Ieder jaar sturen wij nog een Kerst- nieuw Jaar kaart.
Op de mails zien wij dat jij af en toe nog foto's stuurt van toch nog werkzaamheden.

Jannie van Ommen- de Haan

                                               










Jan Thijs de Haan en Liesbeth Rijk





                                  







 Ze is niet alleen Rijk 


maar ook heel                                                 

vrolijk!!


Dit is de meest recente foto, bij de Texelse verhalenwedstrijd 2014 (was ik genomineerd, vorige keer ook). Het ging over de jeugd van mijn moeder en haar zussen, daar is veel moois en grappigs en uiteraard ook een schaduwkant (oorlog; zij waren itt fam. Rijk! juist heel goed; oma hielp iedereen, niemand klopte tevergeefs aan om hulp, ook mensen uit Amsterdam geholpen; na de oorlog had oma het slecht, depressie, posttraumatische stress zouden we dat nu noemen). Deze verhaaltjes krijg je cadeau, als tegenprestatie voor jouw verhaal.
Jan Rijk, de zoon van Gerard en Arie hebben ook genoten van jouw verhaal. En tenslotte mijn ogen zijn groen, een erfenis van mijn vader.
Leuke hobby, tekenen. Veel plezier en hartelijke groet,
Liesbeth
2 december 2014
Hallo Jampy,
De mails over Texel waren voor Herman heel bekend.
Het werken op het bollen- bedrijf van de fam. Rijk.
Hoe jullie verzorgd werden met eten en goed in de gaten werden gehouden.
Thijs herinnerde zich ook nog heel veel uit die tijd.
Herman heeft ook nog bij een andere boer gewerkt maar de fam.Rijk zorgde wel voor eten en
onderdak.
Leuk,dat jij contact hebt met de dochter waar jullie zo veel lol mee hebben gehad.
Ieder jaar sturen wij nog een Kerst- nieuw Jaar kaart.
Op de mails zien wij dat jij af en toe nog foto’s stuurt van toch nog werkzaamheden.
Een mooie en tastbare herinnering aan vader en opa Dorst,de mooi bloeiende lidcactus!
Wij hopen dat alles goed met jullie mag gaan.
Wij hebben 2 weken geleden afscheid moeten nemen van een heel goede vriendin,
zij was arts en na een zeer ernstige ziekte van een paar maanden heeft zij de strijd verloren.
Voor ons een groot verlies!
Ook nog een grappig berichtje: Fien 2 jaar,net geworden,zit aan tafel met haar boterham
en Marcel die Fien en haar baby zusje Saartje naar de crèche moet brengen zegt dat Fien
door moet eten,waarop Fien zegt: ‘Papa,nu even niet!
Zo leuk hoe die kleintjes kunnen reageren
Groeten voor jullie in het Hoge Noorden,
Herman en Janny
Link:
Dit is de tekening.
Wel zwart en wit, vervolgens
kan ik beginnen met de tweede
tekening, waarschijnlijk die
frontaal is.
Deze eerste tekening doe ik in een
koker en verstuur hem naar je adres.
Kun je aan mij je adres sturen per
e- mail.
Ik kreeg een e- mail van mijn zus
Jannie die getrouwd is met Herman
van Ommen.
Van hem kregen we het adres van je
vader om op Texel te werken!
Groet
Jan Thijs de Haan

Beste Jan,
Wat bijzonder, je bent zeer snel en vaardig in het tekenen. Mijn broer en ik zijn ooit geportretteerd als 6 en 10 jarigen. Het beviel mij niks, dat stil zitten. De kunstenaar was Toon de Haas. Zijn moeder was een vriendin van mijn oma Rijk. Toon de Haas heeft recent nog geëxposeerd op Texel. Heel mooie schilderijen. Zelf schilder ik ook, met acryl en heb een aantal schilderijtjes weg durven geven… Altijd handig bij verjaardagen en partijen. De badende vrouw, Hendrikje Stoffels hangt bij mijn tante van 84 in het verzorgingshuis. Leuk was dat toen ze het uitpakte meteen riep ‘Oooh, de badende vrouw van Rembrandt’ Ze noemt me nu Rembrandt Rijk. Maar dat is teveel eer, want het leek er eerlijk gezegd niet echt op. Maar goed. Toon de Haas is wel een beetje bekende kunstschilder geworden, inmiddels ook 80 jaar oud. Logeerde vroeger met zijn vrouw lowbudget in jullie ‘verblijf’ bij mijn ouders. Die mensen verafschuwden luxe, ze woonden in Amsterdam en waren heel gelukkig daar midden in de duinen.
Had ik nog verteld dat mijn moeder erg genoten heeft van jouw verhaal? Ze heeft moeite met concentratie en lezen (neglect na hersenstaminfarct) de tekst staat maar niet stil. Maar jouw verhaal had ik uitgeprint had ze gelezen en helemaal begrepen ook. De oude mensen en de dingen die voorbij gaan. Mijn moeder zei pas tegen Arie, die maar af en toe Texel aandoet, ‘ik hoop dat ik de kerst niet haal’. Voltooid leven, ze is er eigenlijk klaar mee, maar geniet – dat is dubbel – toch ook van allerlei dingen. Zo vieren we zaterdag Sinterklaas bij ons en dan zit ze heerlijk midden in de kamer. Zegt niet veel maar non verbaal zie je dat ze plezier heeft. Ze hoeft niet zo veel meer, het zit echt in de kleine dingen, aandachtsspanne en energie zijn wel afgenomen. Denk weleens hoe het is voor mij over 30 jaar. Frank en ik zijn van het lopen, in de bergen veel km.’s gemaakt, maar ook een tocht van De Cocksdorp met eindbestemming Rome. Puur voor het genieten, lekker buiten met de rugzak van plaats naar plaats, uitsluitend over wandelpaden. We zijn al een stuk op streek, in het Saarland, onder Trier.

We gaan geen cadeaus, gedichten en surprises doen met Sinterklaas, maar ik heb alle oude spelletjes incl. sjoelbak van de zolder gehaald. Wij zorgen voor een 4 gangen menu en dan komen we – dit jaar gaat het lukken – allemaal samen een paar uurtjes van elkaar genieten. Het gebeurt weinig dat het lukt alle neuzen een kant op te krijgen.
Hebben jullie kleinkinderen die geloven in de goedheiligman? Ik zag zoveel foto’s langskomen van de intocht. In mijn werk begeleid ik mensen met beginnende dementie, de KOPgroep in Schagen. Daar zitten 2 mannen bij die allebei Sinterklaas hebben gespeeld. Hilarische verhalen! Ach het is toch een leuk ritueel, houden we erin. Als we ooit kleinkinderen krijgen beginnen we weer van voren af aan. Mijn oudste zoon woont samen met een lief meisje. Ze hebben nu sindskort een jong katje… maar kinderen, hij moet er nog niet aan denken! Hij is 29, zij 22, dus nog alle tijd. Hij zat zo eens te rekenen, dat ik 28 jaar was toen hij geboren werd en dat het dan toch nog minimaal 6 jaar gaat duren!
Twee jaar geleden heb ik samen met mijn moeder de kerstkaarten geschreven, idd ook aan Herman. Zo trouw, dat ze nog aan haar denken. Maar vorig jaar had ze stellig moeten beloven aan haar nicht uit Nieuwe Niedorp dat ze geen kaarten meer zou versturen. Ze had het haar verboden. Ik kon praten als Brugman, het hielp niet. Die nicht had gezegd ‘het kan een paar jaar duren, maar dan ben je er vanaf’
Wat heel leuk is. Arie zijn oudste dochter Annelies (naar mijn vader vernoemd, die tot zijn eigen grote ellende Elize Anne heette) komt op TV op 7 december bij RTL. Zoiets als the Voice, maar dan over klassieke muziek. Martijn Krabbe en een paar prominenten in de jury gaan bepalen wie de beste is! Spannend. Arie is nog steeds geen prater trouwens, maar hier is het toch wel heel trots op!
Hartelijke groeten van Texel,
Liesbeth Rijk
Beste Jan Thijs,
Gisteren heb ik de tekening ontvangen.
Leuk…. ondeugend kind! Knap getekend, hoor! Bedankt!
Lianne kan er ook wat van! Is dat je dochter?
Hartelijke groeten van Liesbeth
Liesbeth,
Goede morgen Jan Thijs,
Wat een toestanden daar met dat viaduct als je het van dag tot dag volgt.
Ik las op je meesterlijke blog het verhaal van je studententijd, kweekschool. Wat een verschrikkelijk traumatisch gebeuren dat busje met jonge mensen wat verongelukt is. Heel heftig en verdrietig. Zoiets blijft je altijd bij.
Ik wens jou en allen die je lief zijn fijne eindejaars/feestdagen, een goede jaarwisseling en voor 2015 veel gezondheid en lievelingsmomenten toe!
Mijn moeder heeft de kaart van Herman en Jannie in goede orde ontvangen. Ik heb haar nog proberen te verleiden om samen met haar kaartjes te versturen, maar….. een (beetje koppigheid siert een mens), ze doet het niet!
Hartelijke groeten van een stormachtig Texel,
Liesbeth
Liesbeth,
Je hebt de tekening.
Lianne is mijn dochter, maar staat tegenwoordig wat het tekenen droog.
Ze gunt zich geen tijd om te tekenen.
Wel vraag ik haar wel om advies en dan helpt ze me wel.
En nu plotseling gaat ze toch weer tekenen voor zichzelf.
Momenteel gebeurt er weinig in Noordhorn.
Er komen nog een hefbrug en een spoorbrug.
Daar beginnen ze in het voorjaar mee..
Ik volg alle werkzaamheden met mijn Canon net als de gepensioneerde onderwijzer Jam Blaauw.
Verder ben ik nu bezig met een site over Kunstwerken van Noordhorners.
Ik heb er drie en ik heb al adressen gekregen van weer andere kunstenaars of kunstenmakers van JB
Misschien ben je al nieuwsgierig!
Ik zal je een link geven:
Ik maak dezer dagen het portret van je moeder gereed voor verzending.
Dat zal in het begin van de volgende week een feit zijn!
Groet,
Jan Th, de Haan
Liesbeth,
Het wachten was op een koker om de tekening te versturen.
Toen dat in orde was, was ook de volgende tekening ook bijna klaar.
Dat betekent , dat ze tegelijk verzonden kunnen in dezelfde koker….dus voordeliger.
Ik ben bezig met het haar….daarvoor ben ik nog even bezig.
De volgende week kan de koker verzonden worden.
Nog even geduld.
Een foto heb ik gemaakt van de tekening.
Zie deze hier:
Met kopje en ook de poes…….een vriendelijk gelaat!
Moeder en dochter!…
De dochter!……achter de preekstoel…………gelezen uit eigen werk!
Prettige kerstdagen gewenst van de familie De Haan.
Het verhaal
Het lukte mij niet de slaap te vatten.
Steeds dacht ik aan het jaar, toen ik 20 was en in de derde klas van de Kweekschool.
De examenklas met het schoolmeesterexamen.
Voor het eerst een speciale examen , want je werd uitgeloot…..dat het gevolg had, dat je hoefde maar de helft van het examen doen, bijvoorbeeld, wie gymnastiek niet hoefde, doen kreeg automatisch handenarbeid op zijn programma.
Er werd geloot in welke groep je viel.
Eerder was er de sportdag in november, vorig jaar in  Dokkum (Friesland), deze keer in Emmen.
Op 4 november reden we door de dichte mist en onze Volkswagenbus en werd voorbij gereden door de toernooileider voor deze dag. 
Even later moesten we stoppen, de eerste Volkswagenbus stond op de kop in een grote vrachtwagen, die ook nota bene reed op de verkeerde  plek van de weg.
Van de tien inzittenden kwamen 8 leerlingen om, 2 uit de vijfde klas, 2 uit de vierde klas, 2 van de derde klas en 2 van de tweede klas.
De twee leerlingen uit de eerste klas overleefden het ongeluk.

Nu 50 jaar na het ongeluk komen de verhalen los.
Ik heb ze verzameld op mijn site.
DE LINK:
Het ongeluk na……… 50 jaren!

In hetzelfde jaar is het examen.
Ik doe het examen in handenarbeid en dus niet in gymnastiek.
Hoe de indeling verder was, dat weet ik niet meer.
Wat ik nog weet, was, dat het examen handenarbeid werd afgesloten met het maken van een bepaald werkstuk.
Je moest ongeveer 10 verschillende onderwerpen voorbereiden en de examencommissie koos zelf een onderwerp.
Je wist van te voren nog niet welk onderwerp.
Onder het examen kreeg iedereen een beurt voor de theorie van het vak handenarbeid.
Dat gesprek verliep prima, ik kon het merken aan de examencommissie.
In dezelfde tijd kwam de directeur van de kweek langs om te vragen hoe het verliep.
Ze spraken, dat voelde ik, over mij en over de manier, waarop ik vertelde over het vak handenarbeid.
Een van de kandidaten had de kans gekregen te kijken op de lijstjes, waarop ieder zijn onderwerpen had geschreven.
Bij ieder zag hij dat er een kruis stond voor het gekozen (door de examencommissie) onderwerp.
Aan ons werd  verteld, welk onderwerp werd aangekruisd.
Je kon voor de volgende dag je onderwerp nog een beetje voorbereiden
Op deze manieren kwamen we zonder klerenscheuren door het examen heen.
Ook moest iedereen op de hospiteerschool een uitgekozen onderwerp behandelen met de klas.
Voor mij was het een rekenles.
In mijn zenuwen liep deze rekenles een beetje in de soep.
Het gevolg was, dat ze beraadslaagden over het feit, dat ik er door was af lieten ze mij zakken .
De onderwijzeres, vertelde de gecommiteerde, dat ik een goede indruk had gekregen bij het oefenen en………. ik moest maar de uitslag krijgen:
Geslaagd.
Het voelde bij mij als………. nog op het nippertje.

Sommige dames gingen niet nog  voor de hoofdakte en besloten te solliciteren als onderwijzeres.
In die tijd werd een dame nooit hoofd van een lagere school.
Meestal werden de dames onderwijzeressen voor de klassen 1 en 2, soms ook nog in klas 3 en “hoger” was bestemd voor mannen.
Merkwaardig, …….maar zo lag het in die tijd.
Zelf , was ik een man, dus ik ging door voor het laatste jaar, namelijk de hoofdakte.
Je begon normaal in september en ging vervolgens door tot september.
Je bezocht dan in de provincie allerlei scholen en daartussen kreeg je ook lessen.
Het was bijzonder afwisselend, want als je het bezoeken van scholen een beetje zat was, dan kreeg je weer lessen.
Ik regelde voor mijzelf het reizen door de provincie.
Het leek me goed te reizen per bromfiets, dus ik moest een brommer kopen, maar geld had ik niet.
Te rekenen op mijn ouders vond ik onbenullige.

Dus in de zomer ging ik weer werken in de bollen.
Lekker buiten, bij een goed adres namelijk bij RIJK.
Bij Rijk sprak ik van de brommer, die ik van het geld, dat ik bij hem verdiende, en die ik kon gebruiken als ik in de provincie scholen ging bezoeken.
In mijn herinnering kocht ik zijn brommer, maar in werkelijkheid, heeft hij ook een beetje rond gekeken bij mensen die hij kende:
Kan ik van hem een goede tweedehandse brommer op de kop tikken en inderdaad.
Daar kwam hij voor de draad met een tweedehands brommer:
De BERINI was het.
Ik verdiende bij RIJK 60 gulden per week, volgens mijn broer toch voor die tijd al een  royaal salaris.
Af en toe ging het echtpaar Rijk op bezoek in de avond.
Ze zochten oppas voor hun kinderen en wij, de heren De Haan uit het “boetje” waren de uitverkoren oppassers.
Je had dan weer het gevoel, alsof weer thuis was.
Er was TV, er was een bank en je kreeg ook frisdrank en iets te knabbelen.
Wat een luxe!
Mijn werktijd was voorbij, ik kon met mijn Berini terug gaan naar Groningen.
Natuurlijk ging ik langs bij tante Klas in Julianadorp en vervolgens maakte ik een ongestoorde reis op mijn Berini.
Over de afsluitdijk.
Ik kwam er achter, dat er niets saaier is dan het rijden op een brommer over de afsluitdijk.
Een fietspad recht toe aan 30 kilometers achter elkaar en nauwelijks iets afwisselends te bekijken.
Ik fantaseerde over op de handen staan op het stuur.
Achterop zitten met het gezicht naar Julianadorp, gas geven terwijl de Berini niet meer sneller kon, de racehouding innemen, enzovoort en dat uit verveling.
Ik herinner me niet, dat ik moest uitkijken naar een benzinestation onderweg.

Het hele jaar kon ik door de provincie op de Berini van RIJK.
Het begon allemaal, de studie voor de hoofdakte met het bezoek aan de kleuterschool in de Corpus den Hoorn, vlakbij het ouderlijk huis in de Wijert te Groningen.
Aan deze school was een 4 jarige leerling Margriet Kremer, mijn oomzegger.
Ik zag haar elke dag tijdens het bezoek van de kleuterschool.
Over dit bezoek moest ik een verslag schrijven.

De tweede school was een ULO in Appingedam.
Dat vroeg om de brommer.
Dagelijks langs de Groninger wegen naar Appingedam.
Ik herinner me, dat ik een godsdienstles moest geven en ving ook een compliment van de leraar.
Was dat een teken?!

Ook gingen we naar Winsum.
Daar bezochten we een lagere landbouwschool.
De directeur was Veldman. 
Hij was een vriendelijke man en volgens mij droeg hij een glazen oog, maar  misschien was ik in de war met de directeur van Noordhorn.
Maar van hem wist ik het zeker.
Als er iets gebeurde rondom hem , wat hem niet zinde, dan sloot het goeie oog…..dan wist hij dus niks!

In de provincie herinner ik het bezoek aan Baflo.
Daar bezochten we de lagere tweemanschool.
Ze hadden een hoofd en een onderwijzeres.
Dat was het.
We konden ook lunchen bij de onderwijzeres op haar kamers in Baflo.
Ik vond haar aantrekkelijk, maar toen ik vernam, dat ze sjans had met een leerling uit de vierde klas , was het bij mij bekoeld.
In de middagpauze gingen we ons brood ook eten in een kroeg om daarna te gaan biljarten
Het hoofd der school kwam later naar een grotere school in Aduard.
Zijn dochter en zijn zoon kreeg ik toen in de klas op de mavo te Noordhorn, waar ik bijverdiende en waar mijn broer ook les gaf.
Zij heette Annet en ze was vriendelijk en hij speelde heel goed orgel en van hun vader herinnerde ik me, dat hij een gecamoufleerde hazelip had.
Je onthoud toch merkwaardige dingen!
Zijn kinderen hadden zulke dingen niet!…….behalve hij kon op  het orgels pelen!

Nog één ding herinner ik me uit de tijd, behalve de Berini van RIJK, de TIEN op het examen voor PEDAGOGIEK, de gecommitteerde was professor Brandenburg en de leraar Van der Kooi.

Van Brandenburg hoorde ik later de volgende zin, toen ik studeerde bij hem: 

“Op dat niveau………………… behoeft het examen niet beter”.
Dat was de enige reden……………… om pedagogiek te studeren!













Geen opmerkingen:

Een reactie posten