CONTACT MET DAMES


Contact met dames


Voor mij is het laatste schooljaar aangebroken. 
Onafgebroken vanaf mijn vierde levensjaar begaf ik mij jaar in jaar uit tussen de vier muren van deze ‘gevangenis’ des levens, wier enige opdracht was van de gemiddelde mens een degelijk ambtenaar te maken en een eerzaam en oppassend burger. 
Maar als je geïnteresseerd bent in het lot van ‘gevangenen’ dan kun je opteren voor de mogelijkheid het leven van de ‘gevangenen’ te veraangenamen.
Dat moet mijn insteek geweest zijn. 
Ik herinner me van al die schooljaren, dat ik erg mijn best deed er iets van te maken voor mezelf en voor mijn omgeving. 
Dat was al zo als de meester op de lagere school jarig was. 
Bij ons op de J. C. Wirtzschool was het de gewoonte op die dag toneelstukjes ( noem het kluchtjes) op te voeren met een grappig einde. 
Ik was er altijd bij en van de hoogste klas herinner ik me, dat ik tot regisseur en hoofdrolspeler werd gebombardeerd en tevens nam ik de productie voor mijn rekening. 
Ik herinner me nog de naam van het toneelstukje "De verjongingskuur” en we oefenden op de vrije woensdagmiddag en mochten tot onze verbazing de sleutel van de school van het schoolhoofd de heer Hoogsteen. 
Zijn dochter Tita was erbij en kennelijk vertrouwde hij haar (ons) volledig. 
We kregen zelfs hulp van een assistent-regisseur in de persoon van Ds Marseille, wiens zoon ook deel uitmaakte van het geformeerde toneelgezelschap. 
Hij leerde me de fijne kneepjes voor alle scènes en ik deed er mijn voordeel mee.

Was er een kinderkoor nodig voor optreden in de kerk, dan werden de zangers aangezocht door de heer Hoogsteen, die zelf voortreffelijk zong en dan hing ik aan zijn lippen. 
Ik meldde me altijd al aan voordat de vraag gesteld was. 
Bij deze man kreeg ik steeds meer aardigheid in tekenen. 
We deden dat toen nog in de vorm van natekenen van ansichtkaarten met allerlei soorten bloemen in kleur en die tekende je dan zo natuurgetrouw als het kon over. Het heeft me een goede tekentechniek ( lees ervaring) opgeleverd. 
Bij het voortgezet onderwijs heb ik voor mijn plezier veel portretten getekend van mijn leerlingen, puur voor het plezier, voor de schoolkrant, of omdat ik ze aardig vond. 
Wat ik nadien altijd miste was de durf om los van de concrete vorm op papier, iets te durven. 
Ik heb dat als ‘durven’ geïnterpreteerd, een soort geremdheid die ook kan duiden op een gebrek aan creativiteit. 
Helaas zijn alle valse emoties taboe voor mij, vandaar het oordeel: ’Geremdheid’.

Op de middelbare school was er ook weer de bemoeienis  met of interesse voor sportieve of culturele activiteiten. 
Op straat had ik me al ontwikkeld tot een fanatiek voetballer die bij het invallen van de duisternis van het sportveldje moest worden gesleurd, waardoor een jaar HBS moest worden overgedaan. 
Op school was er de volleybalvereniging ‘Ons Genoegen’
Het eerste team voor mannen wedijverde in de competitie met teams als Mesacosa (studenten academie voor lichamelijke opvoeding) Donar (studenten) Oranje Nassau ( voor ‘christelijke sporters’), Lycurgus is daar later bijgekomen Verder moeten er nog Friese en Drentse clubs in gezeten hebben, maar ik twijfel er aan of ik de namen nog goed heb onthouden. 
De landelijke competitie was opgedeeld in regio’s. 
In de hoogste afdeling van de regio Noord speelde O.G. met bovengenoemde teams.

Volleybal was op onze HBS het paradepaardje. 
Jarenlang was ik er getuige van dat het eerste van O.G. stand hield tegen teams die met gemiddeld veel oudere spelers konden spelen. 
Speelde je in het eerste van O.G. dan moest je verkassen na het eindexamen. Meestal kwam je ,mits je niet verhuisde bij een van de andere teams terecht. 
Ik herinner van een van hen, Hans Lodder, dat hij naar Oranje Nassau verhuisde en daarin zelfs het Nederlands team haalde. 
Met hem heb ik nog een eredivisie wedstrijd gespeeld in Rotterdam.

Vanaf klas 2 begon mijn volleybalcarrière. 
De methode was simpel. 
De gymleraar de heer Tj. Meijer werd al een dagje ouder en richtte zijn gymlessen zo in dat ze simpel te geven waren met weinig inspanning zijnerzijds. 
Dus werd er gevolleybald. 
Natuurlijk kon hij zich beroepen op het leveren van een bijdrage aan het renderen van de volleybalafdeling, want via de gymles kam ik ook bij O.G. terecht. 
Ik meldde me aan als lid en bedankte voor de voetbalvereniging waar ik als reserve van het eerste c-team constant op de bank werd gehouden.

In de vierde klas van de HBS behaalde ik mijn enige kampioenschap als volleyballer. 
Het zogenaamde jongensteam van O.G. speelde met teams van leeftijdgenoten tot 16 jaar in een noordelijke districtklasse met Groningen, Friesland een Drente. 
Ik was aanvoerder en we draaiden die competitie uitstekend. 
Zo mocht ik met de beker en het vaantje naar de directeur als aanvoerder en ik kreeg lovende woorden te horen. 
Het jaar daarop in de vijfde klas had ik de laatste mogelijkheid in het eerste herenteam te spelen. 
Er zaten in die tijd veel jongens op de HBS die perse een diploma moesten halen, ongeacht hun leeftijd. 
Zelf zat ik als 17- jarige knaap in de klas met zeker 7 heren die 23 jaar waren. 
Er zat een hele HBS- leeftijd tussen en toch voelde ik me volledig geaccepteerd en ook werd ik nergens buiten gehouden.

Het eerste van O.G.? 
Niets stond mijn doorstroming in de weg. 
Het kwam er niet van tot mijn verbijstering. 
Hoewel ik als aanvoerder van het jongensteam blijkbaar goed had gefunctioneerd, kreeg ik van de toenmalige voorzitter te horen. dat ik niet in aanmerking kwam voor een plaats. 
Ik had er helemaal opgerekend en wilde natuurlijk een verklaring hebben. 
Hij mompelde iets van: 
” Soms een te grote mond, of teveel reageren op medespelers” 
Natuurlijk vroeg ik hem dan maar eens uit te leggen, dat ik in het kampioensteam van het afgelopen jaar aanvoerder kon zijn met succes. 
Daar was geen bevredigend antwoord op te geven en toen ik vroeg wie in mijn plaats was gekozen, wist ik genoeg. 
Het was het vriendje van de toenmalige  aanvoerder, die de voorrang kreeg. 
Daar was niet tegen te vechten en ik besloot te berusten in mijn lot onder protest en diende het laatste competitiejaar uit in het tweede. 
Ondanks deze opgedrongen teleurstelling denk ik met plezier aan deze periode terug waarin de door de school aangereikte sport een belangrijke rol in mijn leven heeft gespeeld en waarvan ik geen moment spijt gehad heb.

Het zijn steeds de culturele of de sportactiviteiten die in de herinnering zijn blijven hangen als het gaat om mijn middelbare schooltijd. 
Als leraar heb ik dat blijkbaar goed in mijn oren geknoopt en me regelmatig gestort in activiteiten waar veel leerlingen bij betrokken waren en waaraan ze ongetwijfeld met veel plezier terugdenken. 
Tot mijn dertigste organiseerden we wadlooptochten voor de derde klas. 
We liepen ze allemaal van Simonszand tot Engelsmanplaat en gingen voor het Wadloop-diploma. 
Er ontstond een gigantische band in die klas die ik als eerste klas vanaf klas 1 naar het examen bracht en waarvan ik zo zonder moeite de namen kan noemen. We maakten een soort cabaretprogramma dat ging over de gebeurtenissen op school die we op de hak namen en de hele klas zat op het toneel en had een taak of rol.

Op den duur leidde dit tot het maken van een schoolkrant, aanvankelijk begonnen als een krant door en voor de leerlingen, maar het werd steeds meer een satirisch leesblad over schoolzaken, aangevuld met vrijwillige bijdragen van leerlingen. 
De schoolkrant? 
Daar zag men naar uit. 
Ik hoorde zelfs jaren later, dat ze bij verjaardagen van oud- leerlingen op tafel kwamen en gelezen en weer besproken werden.

Er ontstond een sporttraditie die bestond uit voetballen op het sportveld Noordhorn op vrijdagmiddag. 
Er deden steeds minimaal 2 leraren mee en vrijwilligers. 
Dat waren altijd alle voetballiefhebbers die de school rijk was.
Het was de periode van de Smitjes, de bakkerszonen uit Kommerzijl die stuk voor stuk een uitstekende aanleg voor voetbal hadden. 
Dikkie was de ‘Johan Cruyff’ van de familie. 
Met hem onderhield ik een speciale band die eruit bestond, dat als we elkaar op de gang tegenkwamen en we even niet goed opletten, de een de ander probeerde pootje te lichten, zodat hij alleen door een fenomenale corrigerende actie kon voorkomen dat hij op zijn bek ging. 
We hebben elkaar niet kunnen vloeren, maar het ging er hard aan toe.

Regelmatig doken we ook de zaal in in Noordhorn in de tijd van gymnastiekcollega Hans Beek die eigenlijk bar weinig aan sport deed voor een professionele liefhebber, maar die zo begaafd was in vele andere dingen, dat het hem eenvoudigweg ontbrak aan tijd. 
We speelde met collega Postma en een paar liefhebbers onder de leerlingen. 
Het waren altijd flitsend potjes tussen leraren en leerlingen en de combinaties die Hans en ik op de gymvloer legden waren van een grote schoonheid. 
Beek had slechts een fout: 
Als hij eenmaal de bal had, zag hij niets meer, behalve de muur waarvoor hij beter kon stoppen. 
We schoten op rechtopstaande matten die dienden als doeltjes, zodat een echte keeper niet nodig was. 
Was Beek eenmaal aan zijn ren door de zaal begonnen, dan wist je dat je mee moest lopen , want hij kon plotseling een sociale ingeving krijgen en de bal opzij leggen. 
Meestal gebeurde dat, als hij iedereen voorbij was en wel opzij moest kijken om te weten waar het doel was, wat het afgeven aanzienlijk vergemakkelijkte.

Later toen de sporthal Quicksilver S in gebruik was genomen, kregen we die wel eens toegewezen voor een sportdag. 
Het bleek mogelijk te zijn na het raadplegen van de ambtenaar sportzaken Alse Noordveld in de vakantie de zaal een dagdeel te gebruiken voor een voetbaltoernooi. 
Dat gebeurde een tijd lang elke herfst- en krokusvakantie. 
We nodigden een team uit van oud- leerlingen, een lerarenteam met versterking van leerlingen verder teams uit alle klassen. 
De leerlingen keken uit naar deze toernooien

Heel bijzonder was ook in de begintijd van mijn schoolloopbaan het toernooi dat op de ‘derde’ Pinksterdag steevast werd georganiseerd in Zuidhorn door bovenmeester Jan Blaauw een voetballiefhebber die om gezondheidsredenen vroeg moest stoppen, maar dat toernooi organiseerde voor basis- en voortgezet onderwijs. 
Hij deed dat met al zijn ziel en zaligheid, totdat het geheel uit zijn jasje gegroeid was en hij het toernooideel van het voortgezet onderwijs moest overdragen aan de directeur van de mavo Grijpskerk Derk Sportel, die het met verve overnam, geassisteerd door zijn administratief begaafde collega en onderdirecteur Karst Hut totdat de fusie tussen Noordhorn, Oldehove en Grijpskerk een feit werd. Vanaf dat moment leidde het toernooi een zieltogend bestaan, want ook Grootegast, Oldekerk verdwenen als deelnemers door fusies.

Toen op een gegeven moment ook de dames mee gingen doen aan het toernooi, gelukte het een team van Noordhorn door het Grijpskerktournooi te winnen, mee  te doen aan het provinciaal kampioenschap op de velden aan het Van Starkenborghkanaal in Groningen. 
Er deden teams mee van scholengemeenschappen met gemiddeld veel oudere leerlingen en dat konden onze dames die zich met leeuwenmoed verweerden niet bolwerken. 
Toch waren ze trots op het bereikte resultaat.
Nog eenmaal werd in de periode Noordhorn de musical opgevoerd van de ‘wadloopklas’ deze keer met dezelfde opzet maar aangevuld met nieuwe of gewijzigde teksten. 
We gebruikten karikaturen van broer Folkert, waarmee hij toch al veel succes had. 
Eigenlijk was het cabaret met satirische teksten over het schoolleven met een PowerPoint presentatie, maar dan geen beeldscherm met tekst en plaat, maar grote aan elkaar geplakte tekenvellen die tot ver achter in de zaal te zien waren (waarschijnlijk gejat van Farce Majeur). 
Omdat de formule een daverend succes was, heb ik in Grijpskerk het programma nog voor een derde keer van stal gehaald met nieuwe platen en nieuwe teksten. Eigenlijk was het een teleurstelling. 
Het niveau was hetzelfde, maar de reactie niet echt zoals verwacht. 
Grijpskerker stijfheid? 
Ik denk, dat de oorzaak te zoeken was in een mindere betrokkenheid van de aanwezige  ouders met de school. 
In Noordhorn was de band tussen ouders en school veel hechter.

Langzamerhand was er in de Noordhorntijd de gewoonte ontwikkeld bij de diploma-uitreiking een lied te maken over de examenkandidaten. 
Ik had er een hekel aan om alleen een tekst te zeggen voor een groot publiek en bedacht daarvoor de oplossing een lied te maken op een bestaande melodie, bij voorkeur een die gemakkelijk meezingt. 
Om niet alleen er voor te staan, lukte het me om collega Jaap Vlijm mee laten zingen. 
Hij accepteerde dat aanbod gretig. 
Ten eerste zong hij graag, ook in een mannenkoor. 
Ten tweede kon hij het tekstschrijven dat toch al niet zijn sterkste kant was, aan mij overlaten. 
Later sloot zich Jan Peter Peterson de gymman zich bij ons aan om dezelfde reden en dat trio bleef bestaan tot Noordhorn zou worden opgeheven

Op een van die uitreikingen werd een act opgevoerd door de gymman Hans Beek die ook organist was en Arnold Postma die later mijn tennisvriend werd. 
Ze hadden een tekst gemaakt op de hele klas en de namen van de kinderen er zo in verwerkt dat ze op grappige wijze in de tekst verborgen zaten. 
Op een gegeven moment vloog er zelfs een emmer water door de zaal, althans die suggestie was er, maar hij bleek gevuld met confetti.
Nu lijkt dat wat simpel, maar het was nooit gedaan in die vorm en het leek op wat Toon Herman was begonnen te doen in zijn onemanshows. 
Ik ging ’s avonds in school kijken, als ze gingen repeteren en ontdekte dat ze de grootste lol hadden. 
Ik was stikjaloers, maar te trots om te vragen of ik mee kon doen. 
Zo moesten ze op geluidsband die met de tekst meeliep een sissend vuur opnemen. 
Ze hadden het volgende bedacht: 
We steken kranten,enz, op het schoolplein of het weiland in brand en pissen dat vuur uit en nemen dat geluid op. 
Ze hadden wat pils gedronken tijdens de werkzaamheden, waardoor Hans Beek genoodzaakt was op de terugweg naar huis af te stappen. 
Op school vertelde hij later in geuren en kleuren dat hij van af de brug  bij Aduard van de brugrailing van het kanaal had gepist van vrolijkheid. 
Ik bedoel maar. 
De pret zit in de voorbereiding. 
De uitvoering was een succes. 
En ik wist nu zeker: 
Dat wil ik ook!
Van imiteren moest ik niet veel hebben, dus zocht ik iets anders en dat bleek het voorbeeld van de echtgenoten van twee vrouwelijke collega’s. 
Op een avond voor het personeel hadden ze op dia’s foto’s overgezet en die schoven  achter elkaar over het beeldscherm. 
Bij elke dia was een tekst (hilarisch) of een bestaand liedje dat iedereen op het verkeerde been zette, complete satire, waarbij het werk zat in de perfecte voorbereiding, terwijl de uitvoering een kwestie was van afdraaien en de reactie afwachten.

In het vervolg verzamelde ik van elke examenklas foto’s over de afgelopen periode van vier jaar, later zelfs jeugdfoto's. 
Daar werden dia's van gemaakt door fotograaf Hazenberg, wat best wel kostbaar was.
En dan aan de slag met de dia’s . 
Bij elke dia een tekst of een flard muziek. 
Het moest kort, snel en vooral onverwacht zijn en inderdaad gebeurde het meermalen, dat de leerlingen vroegen af het nog een keer mocht, omdat ze veel grappen hadden gemist.

Tenslotte was er de musical Marjolein gemaakt door een lerares van de locatie Kollum een variant op Scrooge met bestaande bekende melodieën, heel goed gekozen. 
Een nieuwe collega uit Kollum, Wim Kolp had schrijfster Johanna Bustra in Kollum geholpen op technisch gebied met de uitvoering.
Ik vroeg hem of het in Grijpskerk ook kon en hij voelde er wel wat voor. 
Samen deden we de voorbereiding. 
Zelfs bij het regisseren assisteerde hij en ik kon blind gaan op de ervaring die hij al had opgedaan. Wim Kolp was niets te veel. Hij zat zonder problemen hele zaterdagen aan het decor te werken. Wat een inzet zonder tegenprestatie. Dat beviel me. We hadden geluk. Er was een hoofdrolspeelster, Tineke Pater, met een aangeboren talent, niet allen voor het spelen van haar rol, maar in feite was zij degene die de discipline en de vechtlust in de groep bracht om er iets van te maken. Als regisseur had je het eigenlijk heel gemakkelijk. Iemand die zo inspirerend haar rol speelt, brengt iedereen naar een topprestatie.

Ter gelegenheid van de verbouwing van de school in Grijpskerk is de musical voor een tweede keer opgevoerd dankzij hetzelfde team. We hadden nu als hoofdrolspeelster Bineke Posthumus. Een heel ander meisje, maar hetzelfde talent en het zelfde gevoel voor leiding geven: Zelf goed voordoen is goed volgen. Wat een concentratie en wat een zelfdiscipline! Het ging hier om meisjes van 16 jaar. Dit laatste schooljaar trof ik in klas 1b een zus van haar aan. Toen ik erachter kwam dat ze de zus van Bineke was, vertelde ik haar van de musical en hoe goed zijn had gespeeld. Ze was daar verbaasd over. Ik op mijn beurt dus ook. Toen ik het haar vroeg, antwoordde ze , dat ze het bijzonder vond, dat ik dat nog wist. Toen ik uitlegde, hoeveel plezier ik had gehad aan die periode en het optreden van haar zus, begon ze met haar klassenvriendin een liedje uit de musical te zingen. Haar klassenvriendin had tweelingzusjes die toevallig in dezelfde musical hadden opgetreden.Beiden hadden de band gezien van de musical die tijdens het optreden op beeld was gezet. Het was een aparte ervaring een liedje te horen zingen uit de musical, jaren na datum door kinderen die van alles kunnen zien op de T.V. en die dan toch dit de moeite waard vinden en onthouden.

De laatste rode draad door mijn schoolleven bestaat uit de romantische ontmoetingen. Bij elke fase van mijn schoolloopbaan kan ik me een indrukwekkend vrouwspersoon herinneren, van wie ik me de naam niet alleen herinner maar ook de gevoelens die ze heeft opgewekt. Een van mijn kwaliteiten was om met Johan Cruyff te spreken de eeuwigdurende bereidheid gecharmeerd te zijn van een vrouwspersoon. Misschien heb je dat nodig als man om je kansen in te schatten.

In de eerste klas van de lagere school is er juf Anneveld, ze is vrijgemaakt, dus ben ik kansloos, vooral ook omdat het leeftijdsverschil te groot is, maar ze is lief en dat is meer dan genoeg. Dezelfde eraring deed ik op met een veel ouder meisje toen ik ongeveer 10 jaar was. Ik fietste met vader en moeder vanuit Groningen naar Opende waar een postbode woonde die zij nog kenden uit de oorlogstijd. Hun dochter Sietske was daar ook en ik werd verlamd toen ik haar zag. Ik weet zeker dat ik, als haar nu weer zo zou kunnen zien, ik op slag verliefd zou zijn. Het zijn altijd dames met krullerig, springerig haar met een poppengezicht (grote blauwe ogen)

Mijn grote liefde op de lagere school is Sienie Cleveringa. De liefde heeft tot eind klas 6 geduurd en werd een keer geconsumeerd bij de deur van de kerk (!!), toen we met drie jongens en drie meisjes aan het kussen sloegen. Ik mocht haar kussen, maar moest ook genoegen nemen met het geven van een kus aan de andere meisjes, want het moest een groepsspel zijn en beslist geen individuele vrijpartij, want dat kon dus echt weer helemaal niet. Maar goed wie geeft niet een achteloos, niet gemeend kusje weg als de beloning die ultieme kus is waar je al meer dan 5 jaar naar verlangd hebt. Ik herinner me dat we de happening heel lacherig, heel aarzelend lieten gebeuren en dat de argeloosheid er duimendik op lag, want de voordeuren van de kerk waren van alle kanten van de straat te zien en dus ook wat wij uitspookten.

Tussen de romantische ervaringen met Sienie door, die zich beperkte tot hevig verliefd aankijken, briefje doorsluizen en mededelingen ontlokken via zus Greetje, was er een diep gekwetst zijn als Sienie een keer vreemd meende te moeten gaan. Nota bene met Meindert van Dijken die ik niet eens als serieus concurrent kon erkennen. Ik zag haar keuze voor hem als een belediging voor mijzelf en ik was argwanend genoeg om te denken dat zij met deze actie mij wakker wilde, schudden om de oude relatie weer te vernieuwen en levendig te houden. Sindsdien verdenk ik vrouwen van het gebruik van deze truc: ‘Maak een kerel jaloers. Als hij het echt met je meent, dan heeft hij weer een prikkel om zijn best voor je te doen’. Het pad van een vrijer is bezaaid met rozen , maar ook dus met stekels: Je ziet iets moois, maar voelt vaak pijn.

Later kreeg ik uiteraard ook andere romantische impulsen. Op de middelbare school raakte ik via het kerkbezoek verliefd op Tita Hoogsteen de dochter van het schoolhoofd. Hij had me eens gevraagd:  “ Wat wil je worden?’, waarop ik antwoordde : ‘’Onderwijzer”. “Dan wordt je later misschien mijn opvolger”, was zijn reactie. Het bleef bij Tita bij kijken in de kerk onder het bidden, maar zij deed het ook. Zelfs toen ze voor het eerst met een vriendje in de kerk kwam.Ze bleef gluren. Vrouwen zijn raadselen. Op zondag wandelde ik voor haar huis langs en toen ze eens naar buiten kwam en me tegemoet liep, zonk de moed in mijn schoenen. Toen we elkaar voorbij waren gelopen en ik wat angstig wegkeek met kloppend hart, schraapte ze verwoed met haar schoen over de straattegels als een paard dat ongeduldig wordt en dat wil laten weten. Er gebeurde niets. Ik durfde niet. Wist ik veel dat de kwaliteit van het gesprek helemaal niet van belang is. En eigenlijk snap ik dat nog vaak niet. Faalangst? Vast.

Dat was er ook toen op dezelfde manier Anneke Hartholt, ook een ex- klasgenote van de lagere school in beeld kwam. Ze woonde in de straat een paar honderd meter verder op en haar vader had een Sparwinkel. Ze was een vrolijk , mooi rank, superblond meisje, terwijl Tita meer een struise donkerblonde dame was met een mooie afgeplatte neus en een stevig gezicht. Anneke en ik ontmoetten elkaar op zondagse wandelingen, die geen toerval konden zijn, maar we kwamen niet nader tot elkaar en ik vervloekte de dag, waarop God had beslist, dat mannen blijkbaar toch steeds het beslissende initiatief moeten nemen als er sprake is van aantrekkingskracht. Er staat wat op het spel.

Verder is er op de middelbare school Gertrud van der Zee. Ze is nog weer jaar jonger dan ik en zit in de zelfde klas met  nog een meisje van mijn leeftijd de andere zijn jongens . Ze zijn ouder tot zelfs 23 jaar toe. Gertrud is lief en belangstellend, maar uiteindelijk valt ze niet voor mij. Ze is wel aardig, maar pikt Bob Wubbold eruit. Hij is lang en zij is klein, bescherming? Zij is slim, hij heeft er veel moeite mee, bescherming? “O.K.”, denk ik, “ik red me wel alleen verder”. Ik besluit zonder enige rancune gewoon met hen om te gaan en ben ervan overtuigd dat zij zo dom is geweest een verkeerde keuze te maken. Dus is ze niet echt meer interessant.

Iets dergelijks overkomt met een meisje uit de hogere klassen. Zij heeft verkering met Henk Bronsema en heet Anneke Michel (later gymnastieklerares) Als ik hen tegenkom , verbeeld ik me dat haar aandacht verscherpt. Dat blijft ook zo als ze later lang en breed getrouwd is en in hetzelfde dorp woont en ik vaak met hen te maken krijg via volleybal en tennis. Ze komt zelfs een keer bij me met het verzoek te mogen oefenen in het lesgeven in het vak Nederlands, want ze studeerde MO- Nederlands erbij. Inderdaad gebeurde dat zonder dat er iets opmerkelijks gebeurde. Toch voelde ik iets krampachtigs in mijn houding, maar dat had meer te maken met de eeuwige twijfel die ik had, of ze me wel goed vond lesgeven. Ik kreeg als beloning een tuinhark. Symbolisch?

Echt interessant is ook Greetje Veenstra niet in de vierde klas. Ik ontdek op een gegeven dag bij het ophalen van de fiets dat ze meer dan gemiddelde belangstelling heeft. Ze valt op me, maar van de jongens van de klas had ik het oordeel vernomen ,dat Greetje al ging liggen met de benen wijd, als je maar naar haar wees. Ik had geen zin in een allemansvriendinnetje en ging niet op haar charmante toespelingen in, want charme had ze wel.

Op de kweek maak ik kennis met Dineke Boersema. Ik vind haar erg mooi en ze lijkt veel op zus Janny, van wie ik dat ook vind. Ze praat wat temerig, bijna zeurend, maar het is absoluut niet hinderlijk. Ze heeft een vriendin die ook in de klas zit . Ze heet Wil van der Laan. Ze is lang, stevig, heeft een wat smal gezicht en ze scharrelt op dat moment met klasgenoot Melle van der Velde. Mijn belangstelling voor Dineke kan ik niet onder stoelen en banken steken en ik probeer via Melle de stemming bij haar te peilen.Volgens Melle zijn er kansen, maar er is een probleem. Dineke is verliefd geweest op een buurjongen, maar dat was steeds niets geworden. Bij haar is het nog niet helemaal over. Ik ben dus tweede keus, maar ik besluit: Waar leven is, is hoop. Ik doe er wel wat aan. En ja, dat gaat zonder moeite. Er ontstaat een clubje met Melle, Dineke,Wil, ikzelf, en ene Henk is er vaak bij.We treffen elkaar regelmatig, bijvoorbeeld bij Wil van der Laan thuis.

Op een dag zegt Melle dat het zover is: ‘Je kunt haar nu vragen. Dikke kans dat ze ja zegt” Ik kan niet meer terug en trek de stoute schoenen aan . Melle heeft zich met Wil teruggetrokken in haar slaapkamer. De ouders zijn afwezig en ik brand los tegen Dineke . Ik leg haar mijn gevoelens voor, maar ik voel aan haar aarzelende reactie dat ze er niet aan toe is. Voor mezelf voel ik haar niet expliciete afwijzing wel degelijk als de laatste die ik wil hebben. Echt opgeven doe ik het niet. Ik blijf in het clubje en maak mee hoe Melle op een wat lullige manier met Wil omgaat. Ik onderhoud hem daarover. Hij verwaarloost Wil, alsof hij op haar uitgekeken is. Hij behandelt haar ook zonder respect. Ik ben er echt kwaad over.

Blijkbaar komt deze reactie bij Wil, terecht en ik voel aan haar dat er iets is tussen haar en mij. Ze draagt een bril en als ze die afzet op een avond, kijkt ze me aan, of ik haar. Het is eerste keer dat ik haar zonder bril zie. Ze draagt zo’n akelige zwarte, waar het gezicht totaal in verdwijnt. Ik kijk in haar ogen en zie dat ze een heel innemend, vriendelijk gezicht heeft. Ik ben verbaasd, want door mijn fixatie op Dineke heb ik eigenlijk nooit zo op haar uiterlijk gelet. Een man die op jacht is, laat zich niet afleiden. Ik ben gewaarschuwd en let wat meer op haar en realiseer me, dat ik zelf ook een bril draag, maar dat dat geen reden hoeft te zijn om iemand niet aantrekkelijk te vinden. De verkering met Melle loopt vast, mijn verkering met Dineke komt er maar steeds niet van, want zij is ook gefixeerd, en het spijt me voor haar dat ze de verkeerde keus maakt.

Op een avond zijn we toch weer bij elkaar als vriendinnen en vrienden.Het vreselijke verkeersongeluk op school met van de tien betrokken leerlingen 2 overlevenden, waar Melle en ik getuige van waren in de buurt van Borger in dichte mist in de maand november heeft ons bij elkaar gehouden,als vrienden in de nood. Beide meisjes komen bij me thuis en gaan bij me zitten zwijgen. Toch ben ik ze dankbaar en hun aanwezigheid doet me erg goed. Zo zoeken we elkaar die dagen  steeds weer op.

Als we ’s avonds uit elkaar gaan, breng ik als vanzelfsprekend Wil naar huis. Dat deed je nu eenmaal uit beleefdheid. Zelf fietste je de dubbele afstand, maar je piekerde er niet over haar alleen naar huis te laten gaan. Bij een van die gelegenheden liet Wil het niet bij een bedankje en een groet. Ze kwam naar me toe en drukte een zoen op mijn wang. Ze wachtte niet af, of ik nog zou reageren maar liep naar binnen. Ze deed het ook in een impuls. Gelukkig, want ik had me geen raad geweten, wat te doen. Toen ik terug fietste naar huis, hamerde het door mijn kop:” Je hebt verkering”. Ik was zo preuts, dat ik me ontmaagd voelde en vanaf nu verplicht was altijd bij Wil van der Laan te blijven. De volgende dag had ik ook echt verkering na zeker een nacht in een wolk te hebben geleefd.

Het kwam niet uit de hemel vallen, maar er was wat haar betreft niet aan te ontkomen. Jan de Haan en Wil van der Laan. Op school merkte men het ook en als Wil spontaan achter me aan liep te vangen zag ik de blikken van de leraren, alsof ze wilden zeggen. Heeft ze nu met die? Natuurlijk kreeg ik haar uit handen van Melle. Maar had ik het zelf al niet geprobeerd  bij Dineke? Dat overkomt iedereen wel eens en ik had het aan de lopende band meegemaakt in het verleden. Om voor mezelf een goede reden aan te geven dat ik voor Wil koos en niet voor Dineke, vertelde ik zus Greet die alles wel had meebeleefd, dat ik uiteindelijk gevallen was voor de grotere borsten van Wil van der Laan, wat Greet natuurlijk aan Wil doorvertelde die dat maar wat graag hoorde.

Ik heb ze vaak gezien en heel vaak gevoeld en er was niks mis mee. De eerste keer dat ik meer van haar lichaam zag dan in de dagelijkse omgang, was, toen ik per ongeluk in de kleedkamer zowel Wil als Dineke in hun ondergoed zag tijdens een sportdag, waar ieder wat door elkaar liep. Daar doelde ik op toen Greet over mijn voorkeur hoorde voor Wil. We hadden verkering, moesten nog studeren, vierde klas kweekschool vlak voor het onderwijzersexamen.Verkering was bij ons in mijn herinnering erg lichamelijk en erg intiem. Wil kon daar ook geen genoeg van krijgen. Als we op zondag bij elkaar waren aan de Bilderdijklaan in mijn ouderlijk huis dan gingen we steevast, zoals mijn oudste zus met haar vriend in een stoel nog midden in de achterkamer, naar mijn slaapkamer, want het waren al andere tijden. Wij mochten daar boven wel vrijen, althans het kwam niet ter sprake.

Met Wil vrijen was een oase van rust. Gepassioneerd was het niet echt. Ze richtte zich helemaal naar mij, althans dat voelde ik zo, maar voelde zich in haar element. Ik voelde dat, als ze me in de ogen keek, ze helemaal straalde. Het is een blik die je nooit vergeet en heeft te maken met pretlichtjes en innige vergenoegdheid. Het ritueel bestond uit heel langzaam de bovenste bovenkleren uit te doen : d' Een bij d' ander, d’ander bij d’een. Als de borsten geopend waren, volgde een eindeloze streling, massage. Haar hand verdwenen al gauw in mijn broek en omsloot wat bikkelhard was geworden. Daar bleef ze en voelde ze zich op haar gemak. Geen moment van verzwakking viel er te bespeuren.

Op een dag gingen we met pa en moe Van der Laan toen naar Teutoburgerwald over de snelweg in Duitsland. Wil bleek ongesteld en was ook flets. Ik vroeg me al af hoe ze zou reageren op aanraking. Daar was niks mis mee, want toen we onderweg in de berm lagen te rusten van het eentonige rijden, verdween mijn hand zonder protest naar de plek waar hij zich op zijn gemak voelde. Ze vond het heerlijk. Op de terugweg deed ze iets, wat ik voor onmogelijk had gehouden. Door het feit dat ze niet helemaal fit was, leek het gerechtvaardigd dat ik haar met een innige omarming troostte, samen op de achterbank. Zo zaten we, innig verstrengeld, totdat haar linkerhand achter mijn rug om in mijn broek verdween en mijn bloed tot hardheid opjoeg. Niemand kon het gezien hebben. Het was te onopvallend en soepel gebeurd. En daar zaten wij verstrengeld. Haar hand waakte over de hardheid zonder dat ze me klaarmaakte. Dat was in het gezelschap ook niet meest elegante oplossing. Ik kreeg niet wat ik eigenlijk wel wilde, maar zal het gevoel nooit meer vergeten en de verbazing dat eenmaal in Groningen alles nog steeds als een paal overeind stond 

Het ritueel bij het vrijen ontwikkelde zich in alle rust. Mijn probleem was steeds weer : “ Waar ben ik aan toe, wat staat ze mij toe en wat is voor mij acceptabel? Er werd niet over gerept. Ik maakte uiteindelijk met een schurende beweging over haar schaamstreek mezelf klaar en zij accepteerde dat en nam er genoegen mee en ik dacht dat ze het zelf ook te vroeg vond om het helemaal af te maken, of ze wilde het perse aan mij overlaten. Ellendige preutsheid. Ook bij het afscheid nemen als ik haar wegbracht, was er steevast een omhelzing, vaak nog op straat, waarbij ik van verlangen stijf werd en zij dat accentueerde door omsluiting. Ik vond  wat ik zocht achter haar BH en toen was het goed. Er kwam verstilling.

In de zomervakantie moest ik op stage naar Norg assisteren bij een evangelisatiecommissie. Kinderen bezig houden, kerkdiensten begeleiden, ’s avonds sport en spel leiden voor oudere vakantiegangers. Op een zondag kwam Wil met de bus. Ik liet haar het zaaltje zien waar ik  sliep met een theologische student. Uiteraard belandden we op mijn stretcher. Nu was  het toe aan iets meer dan alleen borsten en ik ontkleedde haar tot op het slipje. Haar hand was er allang, maar deze keer nam ze zelf initiatief en met de inhoud duwde ze haar hand naar haar vagina en ze heette me door dat gebaar welkom. Ik heb het aanbod afgeslagen zonder woorden. Ik wist toen al dat mijn  toekomst niet in eerste instantie bij haar lag maar bij de studie die ik na de kweek wilde volgen. Ik had nog een lange weg te gaan. Kon ik haar zonder goed te overleggen dit aandoen? Op de een of andere koppige manier vond ik dat zij het initiatief moest nemen voor dit gesprek, temeer daar zij mij niets vertelde over de voor behoeding. Liet ze zich teveel door haar gevoel leiden? Ik wist, dat ik haar dat later kwalijk zou gaan nemen.

Tot overmaat van ramp had ze op een avond op een enigszins, mysterieuze, enge manier duidelijk gemaakt dat ze iets belangrijks moest vertellen. Ze vertelde (toen kon ze dat dus wel) dat ze in de derde klas van de kweek bij een jongen uit de hogere klas was geweest die haar met een condoom had verleid tot seks. Ze had zich weerloos overgeleverd door een grenzenloze naïviteit, zoals ze dat verklaarde en vond dat ik dat , na te hebben gesproken met haar moeder, moest weten om schoon schip te maken.Ik wist geen raad met deze mededeling. Ik voelde me deelgenoot worden van een geheim dat ik misschien liever niet had willen weten. Wat zei dit over haar? Als ze het uit overtuiging had gedaan, wat was er dan mis mee? Het bange vermoeden kroop in me omhoog, dat ze iemand kon zijn, die eenmaal seksueel opgewonden geen rem meer had. Ik vroeg me af: “Is dat zo bij elke kerel? Hoe bepaal ik dan mijn positie als ze onder de indruk raakt van iemand anders.”

Zo kwam er een keer een wederzijdse vriend aan de deur bij haar thuis . Ik zat in de kamer. Hij was al binnen geweest en zij bracht hem naar de deur. Daar ontstond een blijkbaar geanimeerd gesprek waar schier geen einde aan kwam. Ik keek naar haar moeder geërgerd. Ik zag aan haar gezicht ook ergernis. Toen dacht ik : “Als zij zich ook ergert,dan ben ik toch niet dom jaloers.”

Door deze kleine dingetjes raakte het vertrouwen weg. Steeds kwam er geen opmerking of vraag over onze toekomstbeleving en hoe we met het oog daarop met seks om moesten gaan en ik was te trots om het haar te vragen. Ik wilde perse weten hoe belangrijk het voor haar was. Deze ergernisjes over geen echte verbale, duidelijke communicatie over de belangrijkste dingen in onze relatie leiden ertoe, dat ik ging twijfelen. Ik was al achterdochtig geworden als het ging om haar trouw en ik kreeg  eigenlijk een bewijs uit de praktijk, dat ze wel degelijk trouw was en zelfs dat werkte in haar nadeel, althans in mijn opvatting. Wat gebeurde er? Ze was niet van plan de hoofdakte te doen, dus ze ging werken en vond een baan in Stedum als onderwijzeres. Ze was een hele goede, haalde met vlag en wimpel haar praktijkexamen lesgeven, terwijl ik door vreselijk gestuntel bijna zakte. Ze kreeg een prachtige ruime kamer en toen ik er kwam met de verhuizing, zag ik in mijn fantasie ons al achter elkaar aan lopen “in the nude” om de hele dag niet weer in de kleren te komen. Soms denk ik nog wel eens: ‘Had het maar laten gebeuren’.

Nu begon ik echt te twijfelen en dacht zelfs dat als ik er over zou praten, ze in staat zou kunnen zijn uit wanhoop zich aan mij te binden door bijvoorbeeld zwanger te worden. Ik koos voor mijn studie en achteraf had ik kunnen kiezen voor studie, seks en een inkomen allemaal tegelijk, als we maar beter konden communiceren, zodat mijn eindconclusie was: Zonder goede communicatie, is elke relatie ten dode opgeschreven.

Nadat ik het had uitgemaakt, gaf ze me het gevoel dat haar wereld was ingestort, maar met mezelf sloot ik een weddenschap af wie van ons het eerste verkering zou hebben en dat was beslist niet cynisch bedoeld. Ik heb die met glans gewonnen. Ze had hetzelfde jaar al verkering met alles er op en eraan met een student psychologie, oh ironie. Dat ze niet echt happy leek, bleek uit het feit dat ze af en toe door mij thuis werd aangetroffen, zogenaamd omdat ze zo’n goede band had met mijn familie, maar zeker stiekem ook, om mij een kans te geven haar te zien en haar hoop te doen herleven. Dat bezoek aan mijn ouders hield ze vol toen ze allang en breed verkering, ze was zelfs al verloofd, tot ik zelf weer verkering kreeg en dat was toch pas 6 jaar later.

Toen ik eens ging stappen in de stad Groningen zag ik beneden in de Bolderij, waar wij altijd boven schaakten, haar zitten met haar psycholoog die er onopvallend uitzag. Ik vond dat zij er ordinair uitzag. Haar haar droeg ze ultra kort en ze zat te strak in de kleren en  ze kwam dus wat hoerig over. Ik groette en ze zaten ongemakkelijk handje in handje. Ik zag hen samen met haar vader en moeder in de auto in Groningen. Zij zwaaiden uitbundig en ik had niet het gevoel, dat dat zwaaien cynisch bedoeld was, maar meer een gebaar van: “Het is toch in orde gekomen.” Ik schaamde me, vooral ook omdat ik niet de moed had haar ouders persoonlijk te vertellen, dat ik het uit wilde maken, maar dat was thuis ook al een enorm probleem. Niemand begreep het en ik had het gevoel, dat ik het ook niemand kon uitleggen.

Eenmaal ook zag ik haar weer, achter de kinderwagen bij de papiermolen. Greet was er ook bij en zij zag haar als eerste. Het verhaal ging dat ze er al spoedig een aantal had lopen.In mijn herinnering was ze een echte, te zware moeke geworden. Ik was nog steeds niet klaar met de studie en had geen verkering. Dat is toch een rouwproces geweest. Als we elkaar nu zouden spreken in het bekende KRO- programma voor voormalige geliefden, dan zullen we vast beiden heel raar opkijken. Daar ben ik van overtuigd, maar misschien lukt dat echte gesprek dan al weer niet.







1 opmerking:

  1. MIJN naam is Theo Mooibroek en ik herken veel namen van jongens en meisjes. Jan Thijs de Haan zat in mijn klas en ben jij dat? Fijne tijd gehad op deze school en Titia Hoogsteen en Anneke Hartholt waren duidelijk mooie meiden om te zien maar zelf durfde ik niet nader kennis met hun te maken. Sport stond bij mij op nr 1 en was samen met mijn broers John en Harry lid van O.N. Harry bleek.later beter te kunnen volleyballen Als je contact wilt mikn email is mariamooibroek@ho5mail.com

    BeantwoordenVerwijderen